Domein grootheden en eenheden 1.1

Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden
1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nask 2e klas
Werken met grootheden en eenheden

Slide 1 - Slide

Wat is een grootheid?
Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten.
Een voorbeeld is lengte. 

Slide 2 - Slide

Wat is een eenheid?
De eenheid is de maat waarin je een grootheid meet.
De eenheid komt achter een getal te staan.

Een eenheid van lengte is bijvoorbeeld cm 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Noem een grootheid.
(wat kun je meten?)

Slide 5 - Mind map

Noem een eenheid van tijd

Slide 6 - Mind map

Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare

Slide 7 - Drag question

Zet de eenheden van lengte van groot (links)  
naar klein (rechts)
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 8 - Drag question

90 minuten =
getal
eenheid
300 minuten =
4 weken + 4 dagen =
Sleep de getallen en eenheden naar de juiste plaats.
Let op: je gebruikt niet alles.
32
26
kwartier
uur
2,5
dagen
minuten
5
6

Slide 9 - Drag question

Hoeveel minuten duurt 4 1/2 uur?
Vul alleen een getal in.

Slide 10 - Open question

Welk rijtje klopt niet van groot naar klein?
A
jaar - maand - dag - minuut
B
jaar - uur - kwartier - seconde
C
eeuw - jaar - kwartaal - minuut
D
maand - uur - kwartaal - minuut

Slide 11 - Quiz

3 ton is...
euro
kilogram
3 000
30 000
300 000
3 000 000

Slide 12 - Drag question

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 13 - Drag question

Welk gewicht aan rozijnen is nodig voor 10 appeltaarten?
A
6 kg
B
0,6 kg
C
6000 mg
D
6000 g

Slide 14 - Quiz

Verder naar Nu Rekenen
Je maakt paragraaf 1.1 en naar keuze de instaptoets

Slide 15 - Slide