- Zorg ervoor dat je de KA's kan omschrijven en dat je weet welk KA bij welk tijdvak hoort
- Bedenk welke personen, gebeurtenissen, ontwikkelingen en verbanden een HC bepalen
- Leer de jaartallen van de historische contexten (maak tijdbalken, jaartallenlijstjes etc.)
- Let bij het leren op de domeinen (politiek, economisch, cultureel, sociaal) en probeer het op die manier te leren (denk aan vragen als "welke politiek doel had FIlips?", "welke culturele ontwikkeling kenmerkt...?", "welk politiek doel had het Marshallplan?" etc).