RB1 A0A2 27 januari 2022


We gaan vandaag:
- de woorden van hoofdstuk 4 oefenen
- de grammatica van hoofdstuk 4 oefenen
- een luistertoets oefenen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


We gaan vandaag:
- de woorden van hoofdstuk 4 oefenen
- de grammatica van hoofdstuk 4 oefenen
- een luistertoets oefenen

Slide 1 - Slide

Mijn buurvrouw is altijd heel vriendelijk. Ze is heel ....................
A
ruzie
B
aardig
C
samen
D
iemand

Slide 2 - Quiz

Frederique durft niets te zeggen. Ze is heel ....................
A
verlegen
B
druk
C
trouw
D
sterk

Slide 3 - Quiz

De moeder van mijn vader is mijn ..............
A
tante
B
kleindochter
C
oma
D
opa

Slide 4 - Quiz

De broer van mijn partner is mijn ...................
A
oom
B
schoonbroer
C
neef
D
zwager

Slide 5 - Quiz

Wij kunnen heel erg ..................... van een gezellige avond met lekker eten.
A
ontmoeten
B
inmiddels
C
genieten
D
scheiden

Slide 6 - Quiz

Als je niet gelukkig bent in je huwelijk kan je ....................
A
scheiden
B
verwennen
C
verzorgd
D
eerlijk

Slide 7 - Quiz

Helaas worden nog steeds mensen gediscrimineerd om hun .......................
A
serieus
B
huidskleur
C
toen
D
vorig

Slide 8 - Quiz

Het huis in onze straat staat te koop. Er is veel ................ voor.
A
karakter
B
vast
C
binnenkort
D
belangstelling

Slide 9 - Quiz

Vroeger was Richard erg dik. Maar ........................ is hij veel kilo's kwijt.
A
inmiddels
B
spontaan
C
los
D
aantrekkelijk

Slide 10 - Quiz

David is op zoek naar een ...................... relatie.
A
lief
B
iemand
C
serieuze
D
vrijgezel

Slide 11 - Quiz

De manager voelt zich ...................... voor alles wat fout ging.
A
inderdaad
B
onderwerp
C
belangstelling
D
verantwoordelijk

Slide 12 - Quiz

Sasja heeft een goede ................... met haar buurvrouw.
A
relatie
B
spontaan
C
alleenstand
D
klikken

Slide 13 - Quiz

Daniel heeft een relatie maar zijn broer is ......................
A
de visite
B
het kleinkind
C
spelen
D
vrijgezel

Slide 14 - Quiz

Ga je emigreren? Ik zal je erg .....................
A
herkomst
B
interesse
C
missen
D
kennis

Slide 15 - Quiz


Dictee
De docent zegt een woord.
Schrijf het op.
(met lidwoord)

Slide 16 - Slide

Schrijf op .....

Slide 17 - Open question

Schrijf op .....

Slide 18 - Open question

Schrijf op .....

Slide 19 - Open question

Schrijf op .....

Slide 20 - Open question

Schrijf op .....

Slide 21 - Open question

Schrijf op .....

Slide 22 - Open question

Schrijf op .....

Slide 23 - Open question

Schrijf op .....

Slide 24 - Open question