This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herzlich Willkommen
1.Setz dich bitte.
2. Lege dein AB, TB, Heft und Kuli auf den Tisch.
3. Ruhe.
Slide 1 - Slide
4. Weihnachtsrätsel
Was ist rund und hat vier Kerzen?
Slide 2 - Slide
Antwort
der Adventskranz
Slide 3 - Slide
Weihnachtswunsch
an die Klasse
oder
allgemein
Slide 4 - Slide
Wie feiert ihr Weihnachten und
was bedeutet Weihnachten für dich??
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Mache eine schöne Weihnachtskarte und schreiber einem Freund, wie ihr Weihnachten feiert zu Hause
und schreibe ein Gedicht,was Weihnachten für dich bedeutet.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Mein Weihnachtsgedicht
1. Bastel eine Anischtskarte schreibe deinen Brief
2. Schreibe dein Weihnachtsgedicht
Zeit: min.
Slide 9 - Slide
Ein Weihnachtsgedicht
Jetzt machen wir erst mal was anderes. Du schreibst ein Weihnachtsgedicht auf Deutsch. Wie du das machen musst, kannst du hier auf Niederländisch lesen:
Slide 10 - Slide
Een elfje is een gedicht, dat uit elf woorden in vijf regels bestaat. Die elf woorden zijn als volgt verdeeld over de dichtregels:
• Regel 1: één woord: een kleur, of eigenschap.
• Regel 2: twee woorden: iets dat deze kleur / eigenschap heeft (een voorwerp, of een persoon).
• Regel 3: drie woorden: geven een nadere toelichting op het iets (voorwerp / persoon), d.w.z. waar, of wat is, of wat doet het iets? Begin deze regel met een persoonlijk voornaamwoord, bijvoorbeeld 'he', 'she', 'er', 'sie', 'il' of 'elle'.
• Regel 4: vier woorden: een regel over je zelf in verband met het iets, d.w.z. wat doe ik? Begin deze regel met 'I', 'ich' of 'ik'.