Thema 12 Blok 2 Zeeën en oceanen

Blok 2: Zeeën en Oceanen
Les 1

1 / 43
next
Slide 1: Slide
Mens en MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 10 videos.

Items in this lesson

Blok 2: Zeeën en Oceanen
Les 1

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhaling
  • Uitleg blok 2
  • Zelfstandig werken 
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Waarom is de Noordpool een gewild gebied?

Slide 3 - Slide

Waar gaat dit blok over?
  • 70% van de aarde is water: Zeeën, oceanen, rivieren enz.
  • Hoe gaan wij mensen hier mee om?
  • Van wie is nu eigenlijk de zee?

Slide 4 - Slide

Zout zouter zoutst
  • De aarde heeft zout water (zeeën en oceanen) en zoet water (rivieren, meren). Zoet water is eigenlijk niet zoet, maar minder zout (bevat minder dan 1% zout).

Slide 5 - Slide

Zeeën zijn zout omdat
  1. Een deel van het zout in de zee is 'afslijtsel' van bergen. Water dat uit de hemel valt, stroomt via beken en rivieren weer naar zee. Onderweg lossen er allerlei mineralen op in het water door steentjes die tegen elkaar botsen. 
  2. Als zeewater verdampt, dan stijgt die damp op en ontstaan er wolken. Uit die wolken valt weer regen op aarde. Het zout uit de zee verdampt bijna niet mee, dat blijft achter in de zee.
  3. Chloride (een ander bestanddeel van zout) komt uit het binnenste van de aarde door middel van vulkanen.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

De Dode zee
  • De zoutste zee ter wereld is de Dode Zee op de grens van Israël en Jordanië.
  • Geen zichtbaar leven mogelijk
  • Door de hitte verdampt er veel water, maar het zout blijft achter (door klimaatopwarming alleen maar erger)
  • De grote hoeveelheid zout zorgt er voor dat het water extra zwaar is, dus blijf er gemakkelijk op drijven. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zeestromen
  • Het water in oceanen is altijd in beweging. Dat komt door het draaien van de aarde en door de wind. Hierdoor ontstaan zeestromen
  • Zeestromen vanuit het zuiden brengen in de winter warme temperaturen mee, de zee is dan warmer dan het land. In de zomer brengt het juiste koele temperaturen mee, de zee is dan kouder dan het land.

Slide 11 - Slide

Temperatuur land en zee
  • Land warmt makkelijker op door de zon dan water.
  • Land koelt ook makkelijker af dan zeewater.
  • Zee neemt warmte langer op.
  • Het duurt veel langer wanneer een zonnestraal de bodem van de zee raakt dan de oppervlakte van het land.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 8a

Ben je klaar?
Probeer verder te werken
Blok 1 nakijken en aftekenen
Kennen en kunnen samenvatten
Filmpjes in Lesson up bekijken

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Les 2 Zeeën en oceanen
  • Introductie
  • Uitleg blok 2
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiten

Slide 17 - Slide

Zoveel % van al het water op aarde is zout water
A
3%
B
30%
C
70%
D
97%

Slide 18 - Quiz

Het zoute water op aarde zit in de ....
A
meren en rivieren
B
gletsjes en ijskappen
C
zeeën en oceanen
D
In de lucht

Slide 19 - Quiz

Het water van de dode zee is erg zout omdat
A
het water in dit gebied een andere samenstelling heeft
B
het water een hoge temperatuur heeft waardoor er veel verdamping is
C
het water een lage temperatuur heeft waardoor er weinig verdamping is
D
Er stromen veel rivieren uit op de Middelandse zee

Slide 20 - Quiz

Wat doen zeestromen?
A
Voeren koude lucht aan
B
Transporteren warme lucht
C
Voeren koud en warm water aan
D
Transporteren koud water

Slide 21 - Quiz

Hoe ontstaan zeestromen?
A
Door de draaiing van de aarde
B
Door de aardkern
C
Door de zon
D
Door de wind

Slide 22 - Quiz

Zeestromen hebben diverse invloeden op klimaatgebieden. Zet de juiste invloed bij de juiste zeestroom
Warme Zeestroom
Koude Zeestroom
Komt vanaf de polen
Zorgt voor veel neerslag
Zorgt voor droge lucht
Geeft ijsvrije havens
Komt vanaf de evenaar
Maakt het klimaat minder extreem

Slide 23 - Drag question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

De waddenzee
  • Ondiepe zee tussen de Waddeneilanden en het vaste land. 
  • Het gebied valt bij laag water droog.
  • Twee keer per dag stroom de Waddenzee vol met water uit de Noordzee Vloed
  • Twee keer per dag stroomt het water ook weer weg Eb
  • Door beweging veel zuurstof en voedsel in het water. Veel vissen leggen eitjes in dit gebied. Belangrijke natuurwaarde en wordt beschermd. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Olieramp golf van Mexico
  • Milieuramp: Groot ongeluk waarbij schadelijk stoffen vrijkomen die de natuur vervuilen of aantasten.
  • De explosie op het boorplatform veroorzaakt een grote milieuramp. Een groot deel van de zee en de kust raakte vervuild.  

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Gevolgen olieramp
Zee raakte vervuild
Dieren raakten besmeurd met olie en stierven
Koraalriffen werden aangetast
Visserij kwam stil te liggen
Enorme kosten voor reparatie, schoonmaak en compensatie voor getroffen partijen

Slide 32 - Slide

Bedreiging
Er zijn drie soorten milieuproblemen:
  1. Uitputting: te veel grondstoffen uit de natuur halen (bijv. overbevissing, jagen op dieren, intensief landbouwgebruik)
  2. Aantasting: veranderen en verstoren van natuurgebied (bijv. ontbossing, koraal vernietiging enz.)
  3. Vervuiling: Afval of stoffen in de natuur achterlaten die de natuur niet kan afbreken (bijv. plastic soep, olielek enz.)

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Plastic tast balans in natuur aan
Plastic is geen organisch materiaal en kan niet afgebroken worden door de natuur
Plastic beschadigd de oceanen, dieren en planten
Niet alleen de grote stukken plastic, maar ook microdeeltjes die dieren eten waaraan ze sterven

Slide 35 - Slide

Van wie is de zee?
  • Niet ieder stuk zee of oceaan hoort bij een land. 
  • Belangrijke grens op het water is de exclusieve economische zone (EEZ) vanaf de kust 200 zeemijl (370 km). 
  • Een land mag in zijn eigen EEZ vissen en grondstoffen uit de bodem halen. 
  • Over zee die verder dan 370 km ligt, zijn internationale afspraken gemaakt.  

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 9 t/m 17a, 18 t/m 20 & 22b

Ben je klaar?
Probeer verder te werken
Blok 1 nakijken en aftekenen
Kennen en kunnen samenvatten
Filmpjes in de lesson up bekijken
timer
10:00

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video