Donderdag 10 november paragraaf 1.4

• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Welkom

Ga rustig zitten.

Pak alvast je boek, pen en rekenmachine

Vandaag

- even testen wat je weet van paragraaf 1.1, 1.2 en 1.3

- lastige opgaven uit paragraaf 1.3

- uitleg van paragraaf 1.4

- maken de rekentrainer van Hoofdstuk 1

Lesdoelen

Je weet hoe je een brutowinstmarge uitrekent.

Je kunt de brutowinstopslag uitrekenen.

omzet

om de omzet te berekenen gebruik je altijd de verkoopprijs exclusief BTW

1. Waar
2. Niet waar

Inkoopwaarde bereken je als volgt:

1. inkoopprijs x omzet
2. inkoopprijs x afzet
3. inkoopprijs x verkoopprijs
4. omzet x afzet

Brutowinst is de omzet minus de bedrijfskosten

1. waar
2. niet waar

BTW

1. Belasting toegevende waarde
2. Belasting toenemende waarde
3. Belasting toegevoegde waarde

Nettowinst kan ook een Nettoverlies zijn

1. Waar
2. Niet waar

Je hebt een omzet van € 50.000. Je bedrijfskosten zijn € 34.000 en de inkoopwaarde van de omzet was € 12.000. Bereken het nettoresultaat en laat een berekening zien.

Zelfstandig werken

Maken paragraaf 1.4