5.3 spreekwoorden letterlijk en figuurlijk taalgebruik

spreekwoorden en gezegdes
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

spreekwoorden en gezegdes

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Welke spreekwoorden en gezegden herkende je?

Slide 3 - Open question

Wat zijn spreekwoorden precies?
Spreekwoorden geven uiting aan een bepaalde waarheid of levenswijsheid, maar hoeven het niet per se bij het juiste eind te hebben. “Een spreekwoord is een korte, algemeen bekende zin van het volk, die wijsheid, waarheid, moralen en traditionele opvattingen omvat, op een metaforische en gedenkwaardige manier”.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Taalgebruik
letterlijk en figuurlijk

Slide 6 - Slide


LETTERLIJK OF FIGUURLIJK?


Slide 7 - Slide

Aan het einde van deze les:
  • Weet je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • Kan je figuurlijk taalgebruik herkennen

Slide 8 - Slide


Letterlijk taalgebruik

Dit vertelt precies wat er gebeurd is, er zit geen andere betekenis achter

Bijvoorbeeld: tegen de lamp lopen --> je bent écht tegen de lamp aangelopen

Slide 9 - Slide


Figuurlijk taalgebruik

 Dit heeft een andere betekenis dan dat er staat.

'Tegen de lamp lopen' kan in dit geval ook betekenen: je deed iets stiekem en bent nu gesnapt

Slide 10 - Slide

En nu even oefenen!

Slide 11 - Slide

Je moet het nou eens goed in je oren knopen, dat je op tijd moet komen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 12 - Quiz

Ik heb er een hard hoofd in of ik dit jaar ga slagen voor mijn eindexamen
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

Ik heb een wond aan mijn hoofd
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Ik heb een zere keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 15 - Quiz

Mijn broer krijgt de baard in de keel
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 16 - Quiz

Helaas kwam er geen kip naar de gratis tennisles
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 17 - Quiz

Je raadt nooit wie ik gisteren tegen het lijf liep
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 18 - Quiz

Wat vind je nog lastig?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Opdracht

Bedenk in tweetallen zelf een nieuw spreekwoord.

Klaar: bedenk er dan nog een:-)


Slide 22 - Slide

Wat is jouw favoriete spreekwword en waarom?

Slide 23 - Open question