3.3 Lezen les 1

3.3 Lezen les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.3 Lezen les 1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je herhaalt wat een betogende tekst is.
- Je kunt argumenten herkennen.

Slide 2 - Slide

Woord van de week

I............

Slide 3 - Slide

Start les. 
Stillezen 
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Huiswerk vandaag
H3.2 Opdracht  2 t/m 6

Huiswerkcontrole
en
samen de opdrachten bespreken

Slide 5 - Slide

Wat hebben de begrippen betogende tekst en mening met elkaar te maken?

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 7 - Open question

Kunnen in een betogende tekst feiten voorkomen?

Slide 8 - Open question

Noem de drie synoniemen van mening.
Mening
Gebeurtenis
Gelegenheid
Oordeel
Opvatting
Standpunt
Voorval

Slide 9 - Drag question

Betogende tekst
In een betogende tekst geeft de schrijver zijn mening. Hij wil de lezer overtuigen dat zijn mening juist is. Hij doet dat door argumenten te gebruiken. 

Indeling:
- Inleiding: schrijver noemt het onderwerp en geeft daar zijn mening over.
- Kern: de schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
- Slot: de schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.

Slide 10 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dat standpunt heeft.


Slide 11 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

De schrijver van een overtuigende tekst wil de lezer overtuigen van zijn standpunt of mening. Hij onderbouwt zijn standpunt: hij legt met argumenten uit waarom hij dat standpunt heeft.

Standpunt: Pizza is mijn lievelingseten. 
Argument 1: ?
Argument 2: ?


Slide 12 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Er zijn twee soorten argumenten: 
  • feitelijke argumenten; 
  • waarderende argumenten.

Slide 13 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Feitelijke argumenten:
  • deze argumenten kun je controleren; 
  • deze argumenten zijn waar of niet waar. 

Voorbeeld:
De iPhone 11 kun je het beste bij Tele2 kopen. Daar is hij volgens iPhone Deals het goedkoopst.

Slide 14 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Er zijn twee soorten argumenten: 
  • feitelijke argumenten; 
  • waarderende argumenten.

Slide 15 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Waarderende argumenten: 
  • deze argumenten kun je niet controleren;
  • over deze argumenten kun je van mening verschillen.

Voorbeeld:
Iemand die steelt van zijn baas moet een taakstraf krijgen. Je gaat toch niet stelen als je vindt dat je te weinig verdient?!

Slide 16 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Er zijn twee soorten argumenten: 
  • feitelijke argumenten; 
  • waarderende argumenten.

Let goed op: Een feitelijk argument hoeft niet waar te zijn. Het gaat erom dat de spreker het claimt als een feit. Een waarderende uitspraak geeft aan of iets onwenselijk, goed of slecht, mooi of lelijk is. Er zit een waardering in.

Slide 17 - Slide

H3 Lezen - Argumentatie (1)

Klimaatverandering ontstaat niet door de mens, het is gewoon de loop der dingen. Wetenschappelijk onderzoek geeft namelijk aan dat de mens geen invloed heeft op het klimaat.

  • Wat is het standpunt en wat zijn de argumenten? 
  • Kun je het argument controleren? 

Slide 18 - Slide

Huiswerk

H3.3 Opdracht  1 t/m 5

Leesboek zoeken en meenemen!

Slide 19 - Slide