BK 2 Thema 6 BS 2 Voedselrelaties

Thema 6 BS 2 Voedselrelaties
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 6 BS 2 Voedselrelaties

Slide 1 - Slide

Wat is de definitie van ecologie?
A
Het bestuderen van organismen en hun relaties met het milieu.
B
Er wordt rekening gehouden met dieren en planten.
C
Het bestuderen van de omgeving.
D
De studie van planten en dieren.

Slide 2 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een individu?
A
Eén eikenboom
B
Verschillende bomen in een gebied.
C
Alle eikenbomen in een gebied
D
Alle biotische en abiotische factoren in een gebied.

Slide 3 - Quiz

Wat is een POPULATIE?
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 4 - Quiz

Welk niveau van de ecologie wordt beschreven?
Op de Veluwe leven wilde zwijnen die zich onderling voortplanten. Samen vormen ze een
De populaties van de verschillende soorten op de Veluwe vormen een
De Veluwe is een voorbeeld van een
Een enkel organisme noem je een
levensgemeen-schap
individu
populatie
ecosysteem

Slide 5 - Drag question

Leerdoelen
Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.

 Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.

 Je kunt aangeven welk afval biologisch afbreekbaar is en welk afval niet.


Slide 6 - Slide

Voedselrelatie: De ene soort is voedsel voor de andere soort.

Slide 7 - Slide

Voedselrelatie






--> = wordt gegeten door

Slide 8 - Slide

Voedselketen 
De eerste schakel van een voedselketen is altijd een plant.
Voedselketen bestaat uit levende organismen.

De tweede schakel is altijd een planteneter

schakel = deel van een voedselketen.

Slide 9 - Slide

Voedselketen
Eekhoorn eet eikels, havik 
eet eekhoorn = voedselketen
Eekhoorn = planteneter
Havik =vleeseter
(pijl= wordt gegeten door)

Alle voedselketens uit een 
gebied samen in een 
schema = voedselweb

Slide 10 - Slide

Planteneter             Alleseter               Vleeseter

Slide 11 - Slide

Voedselketen met planteneters en vleeseters
Voedselketen: reeks soorten die elkaar opeten. 
Voedselketen begint altijd  met plant






Voedselketen
Elk organisme in een voedselketen noemen we een schakel

Slide 12 - Slide

Producenten
  • Organismen die zelf eten maken zijn producenten =Planten of algen
Planten zijn altijd eerste schakel in voedselketen.

Planten halen mineralen 
(voedingstoffen) uit bodem om eigen bouwstoffen te maken

Slide 13 - Slide

Basisstof 9 - autotroof en heterotroof
producent
consument
consument
consument
Dieren eten(= consumeren) planten, daarom noemen we ze consumenten
Dieren zie je in 2e en volgende schakels.

Dieren in 2e schakel zijn planteneters, dieren in 3e en volgende schakels zijn vleeseters (alleseters vanaf 2e schakel). 

Andere naam: consumenten van de eerste orde, consumenten van de 2e orde, enz...

Slide 14 - Slide

Afvaleters (horen niet bij voedselweb)
De dode resten van planten en dieren worden als voedsel gebruikt door afvaleters, zoals wormen, vliegen, pissebed, etc. 

Slide 15 - Slide

Reducenten
Alle resten van de planten en dieren (dus ook van de afvaleters) worden uiteindelijk afgebroken door de reducenten.

De reducenten zijn de bacteriën en de schimmels.
Zij maken van de dode organismen weer voedingsstoffen 
(mineralen) voor de planten. 
En zo krijg je een kringloop van stoffen.


Slide 16 - Slide

Kringloop van stoffen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Biologisch afbreekbaar afval
Afval dat wordt afgebroken door bacteriën en schimmels

Biologisch afbreekbaar afval
van planten en dieren, kan wel worden afgebroken door reducenten.  

Slide 19 - Slide

Biologisch afbreekbaar
Niet-biologisch afbreekbaar

Slide 20 - Slide

Aan het werk:

 Lezen BS 2 Voedselrelaties en maken opdrachten: 1, 2, 3, 6, 7

Klaar?-> Heb je nog opdrachten die je moet inleveren?

Antwoorden goed?-> Vraag nakijkboek?

Slide 21 - Slide