Met welk systeem bestuurde Karel de Grote zijn rijk?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Wisbordje vraag
Met welk systeem bestuurde Karel de Grote zijn rijk?
Slide 1 - Slide
Leerdoelen:
Ik kan uitleggen waarom de agrarisch urbane samenleving veranderde in een landbouw samenleving.
Ik kan uitleggen hoe een domein functioneerde voor de verschillende groepen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Overgang agrarisch-urbane samenleving naar landbouwsamenleving.
In de 5e eeuw na Chr. ging het na de val v/h R.R. slechter met de economie: daling landbouwproductie, minder overschotten =>minder handel, nijverheid.
Veel geweld tegen mensen => dit bleef nog zo tot Karel de Grote.
Steden, wegen waren in verval geraakt=> mensen woonden, leefden vooral op platteland=> er kwam weer een landbouwsamenleving i.p.v. een landbouwstedelijke samenleving.
Slide 4 - Slide
Landbouwsamenleving/agrarische samenleving
In een landbouwsamenleving is de landbouw het belangrijkste middel van bestaan. De meesten werkten op het domein van een domeinheer.
Toch zijn er nog een paar steden die het economisch goed doen met kooplieden en ambachtslieden. Hier werd nog met munten betaald en was er nog een geldeconomie.
Slide 5 - Slide
Leg uit waarom in West-Europa de landbouw stedelijke samenleving weer terug ging naar een landbouwsamenleving.
Leerdoel: ik kan uitleggen hoe het hofstelsel in elkaar zit en hoe je horig kon worden.
Slide 8 - Slide
vraag
Leg uit waarom er een landbouwsamenleving ontstond ipv een landbouwstedelijke samenleving.
Slide 9 - Slide
1. Vroonland 2. Hoeveland 3. Kerk.
Slide 10 - Slide
Het Hofstelsel:
Het domein was een landgoed van een edelman of een klooster. Het werd bewerkt door vrije boeren en horigen. Horigen werden beschermd door de heer van het domein.
Het domein was autarkisch= zelfvoorzienend=> alles wat je nodig hebt maak je zelf. Geld was er eigenlijk alleen in de steden, iedereen op het platteland deed aan ruilhandel.
Vroonland: akkers en weilanden van de heer, hof van de domeinheer.
Hof: grote boerderij van de heer, moestuin, bierbrouwerij, molen, visvijver, smidse. Voor gebruik molen, bier moesten horigen en vrije boeren dan ook weer betalen.
Hoeveland: akkers en weilanden, huizen van de horigen en vrije boeren. Hier betaalden ze pacht voor in de vorm van een deel van hun oogst.
Op het domein waren er ook bossen en moerassen. Daar verzamelden de boeren brandhout en ging de heer op jacht.
Vrije boeren: boeren die wel meer rechten hadden, konden gaan en staan waar ze wilden.
Horigen: Horigen mochten zonder toestemming van hun heer het domein niet verlaten, hoorden bij het domein (werd domein weggegeven of verkocht dan gingen de horigen mee), deden herendiensten=> 1-3 dagen per week werken voor de heer zoals: werken op de akkers en voor vee heer zorgen, timmerman, hout sprokkelen, de gracht schoonhouden.
Slide 11 - Slide
Hoe werd je een horige?
Je was een afstammeling van een slaaf uit de Romeinse tijd en had toen een stuk grond gekregen om te bewerken.
Vrije boeren die hun eigen grond hadden overgegeven aan een edelman of klooster in ruil voor bescherming tegen alle geweld van invallers en roofridders of omdat ze al een aantal misoogsten hadden gehad en zo konden overleven.
Domeinheren kregen zo meer grond en gratis arbeidskrachten.
Slide 12 - Slide
Domeinheer
Als de domeinheer weg was voor oorlog of naar ander domein was dan beheerde de rentmeester/meier het domein en controleerde of de horigen en knechten wel het werk deden voor de heer.
De domeinheer was eigenaar van de grond, deed de rechtspraak. Er waren alleen nog geen vastgelegde wetten hiervoor, die werden nog doorverteld. Dus veel onrechtvaardige rechtspraak.