1/2: inleiding sport

2.1 inleiding
Levensbeschouwing
Vandaag:
  • Voorstellen
  • Herhaling: wat is levensbeschouwing?
  • Dit schooljaar
  • Deze periode
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2.1 inleiding
Levensbeschouwing
Vandaag:
  • Voorstellen
  • Herhaling: wat is levensbeschouwing?
  • Dit schooljaar
  • Deze periode

Slide 1 - Slide

Gabriëlle Körner (KRN)

Slide 2 - Slide

1/2 inleiding sport
Inleiding sport
  • Paragraaf 1+2
Dit schooljaar
  • Hoofdstuk 4, sport
  • Hoofdstuk 6, relaties
Leerdoelen
  • Ik begrijp waarom we leren over sport bij levensbeschouwing
  • Ik begrijp wat sport betekent

Slide 3 - Slide

Nederland
  • Sport is de belangrijkste vrijetijdsbesteding
  • 56% sport minstens 1 keer per week
  • Populairste sport is voetbal

Slide 4 - Slide

Sport kijken
  • Passieve sportbeoefening toegenomen
  • Reclame

Slide 5 - Slide

Definitie sport
''Een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een bepaald doel waarbij fysieke kwaliteiten van mensen worden getest. Er wordt gespeeld volgens regels en met bepaalde middelen. Sport vindt plaats binnen instituties''

Slide 6 - Slide

Sport is een vaardigheidsspel
  • Omgaan met materialen
  • Tactische vaardgheden
  • Mentale vaardigheden

Slide 7 - Slide

Een bepaald doel bereiken
  • Interne doel
  • Externe doel

Slide 8 - Slide

Fysiek karakter
  • Lichamelijke vermogens van mensen
  • Schaken een sport?

Slide 9 - Slide

Competitie
  • Vergelijking tussen anderen

Slide 10 - Slide

Regels en middelen
  • Elke sport kent regels
  • Creativiteit bij de tactiek
  • Middelen: bijv. voetbalschoenen

Slide 11 - Slide

Instituties
  • Verenigingscultuur
  • 24.000 sportverenigingen
  • Commerciële sportorganisaties, 1600 fitnessbedrijven

Slide 12 - Slide

Niet fysieke sporten
  • Is een denksport een sport?
  • Moet er competitie zitten in een sport?

Slide 13 - Slide

Dialoog
  • Verwachting: 1 iemand is aan het woord
  • Pak iets roods en iets groens 
  • Een sport moet altijd fysiek zijn
  • Paardrijden is een sport
  • Iedere middelbare scholier moet verplicht op een sport zitten
  • Sportteams moeten altijd gemixt zijn

Slide 14 - Slide

Aan de slag
  • Maken opdracht 1, 2, 3, 4, 8, 9, 10 en 11 (p.83 t/m 89) 

Slide 15 - Slide