Letterformules

Letterformules
1 / 11
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Letterformules

Slide 1 - Slide

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 2 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Wat zijn de variabelen:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 3 - Quiz

Van woordformule naar letterformule
  • In de formule kun je de variabelen veranderen van woorden naar letters.
  • Als ik bijvoorbeeld: prijs = 2 + 3 x aantal kilometer heb kan ik deze omschrijven naar een letterformule.
  • Ik kies voor prijs de 'p' en voor aantal kilometer de 'k'
  • Mijn letterformule is dan: p = 2 + 3k

Slide 4 - Slide

Tips bij de letterformule p = 2 + 3k
  • Tussen het getal en de letter 'k' staat altijd een keerteken
  • Bekijk voor je begint met rekenen altijd waar de 'p' en 'k' precies voor staan
  • Houd de rekenvolgorde altijd aan!
  • Schrijf bij jouw antwoord altijd de eenheid

Slide 5 - Slide

prijs in € = 2 + 3k
Het stijggetal is:
A
2
B
3
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 6 - Quiz

Huurprijs in € = 18 + 4t.
De variabelen zijn:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 7 - Quiz

Stel v = 3g + 2.

Hoe kan ik 'v' bereken als ik weet dat g = 1?

Slide 8 - Open question

Stel v = 3g + 2
Hoe bereken ik 'v' als ik weet dat g = 1
  1. Als eerste vervang ik de 'g' in de formule voor de 1
  2. Ik krijg dan v = 3 x 1 + 2
  3. Als ik verder ga rekenen, krijg ik v = 3 + 2 = 5
  4. Bij een g van 1 hoort dus een v van 5


Slide 9 - Slide

Stel k = 4f + 8

Bereken k als f = 2.

Slide 10 - Open question

Neem de tabel over en vul hem in.
Ben je klaar? Stuur dan een foto via de lessonup

Slide 11 - Open question