TTO2 Power and energy

Ch4.4 Power and energy
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ch4.4 Power and energy

Slide 1 - Slide

Remember?

Slide 2 - Slide

At the end:
- I can explain what the power of an electrical appliance is.
-I am able to calculate the power rating of an electric 
appliance

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Which substance is an insulator?
A
Iron
B
Gold
C
Plastic
D
Copper wire

Slide 5 - Quiz

What is electric current?
A
The amount of Ampère
B
The amount of current used
C
The necessary time

Slide 6 - Quiz

2.4 Ampère equals:
A
24 mA
B
240 mA
C
2400 mA
D
24000 mA

Slide 7 - Quiz

37 mA equals:
A
3,7 A
B
0,37 A
C
0,037 A
D
0,0037 A

Slide 8 - Quiz

Wat zijn spanningsbronnen?

Slide 9 - Drag question

The voltage is measured in?
A
Current
B
Volt
C
Ampère

Slide 10 - Quiz

serieschakeling
parallelschakeling
gemengde schakeling

Slide 11 - Drag question

Je schakelt 3 batterijen van 4 Volt in een serieschakeling met 1 lamp. Hoe veel Volt krijgt de eerste
A
3
B
4
C
8
D
12

Slide 12 - Quiz

3 identical lamps are connected n series to a 12V powersource. What is the voltge across the first lamp?
A
3 V
B
4 V
C
8 V
D
12 V

Slide 13 - Quiz

Als je een serieschakeling hebt met 3 gelijke lampjes en een stroomsterkte van 3 Ampère . Wat is de stroomsterkte over het 2de lampje?
A
1 A
B
2 A
C
3 A
D
6 A

Slide 14 - Quiz

Als je een serieschakeling hebt met 3 gelijke lampjes en een stroomsterkte van 3 Ampère . Wat is de stroomsterkte over het 2de lampje?
A
1 A
B
2 A
C
3 A
D
6 A

Slide 15 - Quiz

Je hebt een parallelschakeling met 3 gelijke lampjes en een stroomsterkte van 3 Ampère.
Wat is de stroomsterkte van lampje 2?
A
1 A
B
2 A
C
3 A
D
6 A

Slide 16 - Quiz

Je hebt een parallelschakeling met 3 gelijke lampjes en een bron van 12 V.
Wat is de spanning over lampje 1?
A
3 V
B
4 V
C
6 V
D
12 V

Slide 17 - Quiz

Vermogen(demo's)
-Het vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat verbruikt per seconde.
- Het vermogen (P) wordt aangegeven in Watt.
- Het vermogen is niet constant.

Slide 18 - Slide

Important!!!

P=  power in Watt (W)
U= voltage (p.d.) in Volt (V)
I= current in Ampère (A)

Slide 19 - Slide



formule onbouwen

Slide 20 - Slide

Calculate
A lamp of 40 W op is connected to a wall socket with 230 V. Calculate the current that passes through this bulb.
I=

Slide 21 - Slide

Reken uit
Wanneer je een lamp van 40 W op een stopcontact van 230 V aansluit gaat er een stroom lopen. Bereken de stroomsterkte.
P=
U=
I=

Slide 22 - Slide

Een magnetron verbruikt 0,9 KW op 230 V. Bereken de stroomsterkte.



P=
U=
I=

Slide 23 - Slide

Een magnetron verbruikt 0,9 KW op 230 V. Bereken de stroomsterkte.

Slide 24 - Open question

HUISWERK:

Opdrachten van 4.4. 1 t/m 3

Slide 25 - Slide