Lesdoelen (wat je moet kennen van 3.1 en 3.2 voor het proefwerk)
3.1
7. Je kunt uitleggen hoe Caesar zijn soldaten trouw aan zich bond.
8. Je kunt uitleggen hoe Caesar zo machtig is geworden.
-----------------------------------------------------------
3.2
9. Je kunt de fases van het Romeinse Rijk (Romeins koninkrijk, Romeinse Republiek, Romeins keizerrijk) benoemen, tijden eraan koppelen èn de bestuursvormen plaatsen.
10. Je kunt de begrippen republiek, senaat, consuls, volkstribuun, patriciërs en plebejers uitleggen en aan de hand van deze begrippen het bestuur van de Romeinse Republiek schetsen.