Herhaling Imperium Romanum p. 3.1 + 3.2 - Klas 1

Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen 
2. Herhalen 
3. Uitleg + aant. 
4. Huiswerk bespreken vorige keer
5. Welkom bij de Romeinen video
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
1. Lesdoelen 
2. Herhalen 
3. Uitleg + aant. 
4. Huiswerk bespreken vorige keer
5. Welkom bij de Romeinen video

Slide 1 - Slide

Lesdoelen (wat je moet kennen van 3.1 en 3.2 voor het proefwerk)
Algemeen
1. Je kunt de gebeurtenissen van de paragrafen (zie paragraaf 3.6 blz. 67) in chronologische volgorde zetten. 
2. Je kunt feiten van meningen onderscheiden. 
3. Je kunt de onderstaande lesdoelen toepassen en herkennen in bronnen. 
----------------------------------------------------
3.1
4. Je benoemen welke cultuurelementen de Romeinen overnamen van de Grieken en van de Etrusken. 
5. Je kunt het begrip forum toelichten en herkennen in een bron. 
6. Je kunt uitleggen wat het Imperium Romanum inhoudt en uitleggen hoe dit is ontstaan.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen (wat je moet kennen van 3.1 en 3.2 voor het proefwerk)
3.1
7. Je kunt uitleggen hoe Caesar zijn soldaten trouw aan zich bond. 
8. Je kunt uitleggen hoe Caesar zo machtig is geworden. 
-----------------------------------------------------------
3.2
9. Je kunt de fases van het Romeinse Rijk (Romeins koninkrijk, Romeinse Republiek, Romeins keizerrijk) benoemen, tijden eraan koppelen èn de bestuursvormen plaatsen. 
10. Je kunt de begrippen republiek, senaat, consuls, volkstribuun, patriciërs en plebejers uitleggen en aan de hand van deze begrippen het bestuur van de Romeinse Republiek schetsen. 

Slide 3 - Slide

Lesdoelen (wat je moet kennen van 3.1 en 3.2 voor het proefwerk)
3.2
11. Je kunt de verschillen tussen patriciërs en plebejers benoemen en uitleggen waarom deze over de jaren heen kleiner werden. 
12. Je kunt de oorzaken voor het ontstaan van de burgeroorlog tussen Caesar en de senatoren benoemen en uitleggen waarom Caesar werd vermoord. 
13. Je kunt uitleggen waardoor Octavianus/Augustus niet werd vermoord. 
14. Je kunt uitleggen wat de titel Augustus betekent en opnoemen welke rechten Augustus van de senaat kreeg. 
15. Je kunt uitleggen hoe de keizers ervoor zorgden dat ze aan de macht bleven en welke middelen ze daarvoor inzetten. 

Slide 4 - Slide

Zet de gebeurtenissen in chronologische volgorde (van vroeg naar laat)
Volgens de legende stichtten Romulus en Remus de stad Rome
Julius Caesar wordt vermoord
Tarquinius wordt verjaagd, Rome wordt een Republiek
Octavianus verslaat zijn tegenstanders en wordt de eerste keizer van Rome
Er ontstaat een burgeroorlog tussen de moordenaars en aanhangers van Caesar
Einde van de Tweede Punische Oorlog tegen Carthago, begin grote veroveringen

Slide 5 - Drag question

In 753 v. Chr. wordt Rome gesticht. In welk tijdvak is dit? Noteer ook de jaartallen die bij dit tijdvak horen. Doe dat zo: "Tijd van ................. (jaartal) (v. chr./n. chr.) tot (jaartal) (v. chr./n. chr.)"

Slide 6 - Open question

Wat namen de Romeinen van de Etrusken over?
A
De koningen
B
Het schrift
C
De havens
D
Het godensysteem

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Waarom spreken we van een Grieks-Romeinse cultuur?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Video

A.
D.
C.
B.
De Romeinse kolonie Lutetia, het huidige Parijs. Kun jij het forum herkennen?

Slide 11 - Slide

Het Romeinse forum bevindt zich
A
A.
B
B.
C
C.
D
D.

Slide 12 - Quiz

A.
D.
C.
B.
Het goede antwoord was a. 
- in het midden van de stad
- een open plaats met tempel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Waarom volgden de soldaten van Caesar hem blindelings?
A
Hij liet ze meeprofiteren van de oorlogsbuit
B
De soldaten hadden genoeg van de senaat
C
De soldaten hoefden voor het eerst geen uitrusting te betalen
D
De soldaten geloofden dat Caesar een god was

Slide 24 - Quiz

Paragraaf 3.2

Slide 25 - Slide

Naam?
Naam?
Naam?
Jaar?
Jaar?
Jaar?
Bestuursvorm?
Bestuursvorm?
Bestuursvorm?
Romeinse republiek
753 - 509 v. Chr. 
oligarchie
monarchie (1)
Romeins keizerrijk
509 - 27 v. Chr.
Romeins koninkrijk
27 v. Chr. - 476 n. Chr.
monarchie (2)

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

"Keizer Augustus is een goede keizer" is een feit / mening (vul alleen het woord "feit" of "mening" in).

Slide 35 - Open question

"Keizer Augustus is een populaire keizer omdat veel Romeinse burgers genoeg hadden van de vele oorlogen en ze opschreven dat ze hem dankbaar waren" is een feit / mening (vul alleen het woord "feit" of "mening" in).

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Welk recht kreeg Augustus NIET van de senaat?
A
Consul
B
hoogste priester
C
Dictator voor het leven
D
beheerder schatkist

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide