Hoofdstuk 2

hoofdstuk 2
1 / 52
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

hoofdstuk 2

Slide 1 - Slide

Levensbeschouwing
  • Binnenkant: levensvragen

  • Buitenkant: Waar kom je een levensbeschouwing tegen bij personen en groepen?

Slide 2 - Slide

Doen:
  • Lezen bladzijde 34, 35 en 36
  • Opdracht 2, 3 en 4

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Kerstopdracht
  • Magister:  22 december
  • Opdracht 7

  • Werkblad

Slide 4 - Slide

Paragraaf 2.1 en 2.2 
Vandaag:
  • Bespreken huiswerk 2.1 + werkblad
  • Uitleg begrippen 
  • Zelfstandig werken
  • Filmpje

Slide 5 - Slide

Voordelen van het vastleggen van gemeenschappelijke levensbeschouwingen
  • Duidelijkheid onder aanhangers en leden van de eigen levensbeschouwing.

  • Levensbeschouwing wordt aantrekkelijk voor anderen; men kan laten zien hoe gedacht wordt over belangrijke zaken in het leven.

  • Door een geschrift wordt duidelijk bij welke (gemeenschappelijke) levensbeschouwing iemand hoort. 

Slide 6 - Slide

Verschil tussen een inspirerend persoon en een idool
  • idool wil je nadoen om zoveel mogelijk op te lijken
  • Een idool wordt belangrijker dan jijzelf
  • Idool vindt zichzelf vaak erg belangrijk


  • Inspirerend persoon geeft jou nieuwe ideeën
  • Inspirerend persoon vindt jouw leven belangrijk
  • Inspirerend persoon vindt de ander net zo belangrijk als zichzelf

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Spiegel
  • Wat is een spiegel? 
  • Op welke manier zijn wij een spiegel?
  • Welke dingen bepalen hoe mensen naar de wereld kijken? 
  • Op welke manier vertellen jouw interesses, irritaties en emoties naar anderen iets over jezelf?
  • Als je twee magneten hebt met een + en een - kant, welke kanten trekken elkaar dan aan en welke stoten elkaar af?
  • Wat is "pure" liefde?



Slide 9 - Slide

Vandaag
  • Wat hebben we tot nu toe gedaan? 
  • Belangrijke begrippen
  • Huiswerk
  • Werkblad
  • Zelfstandig werken
  • Samenvatting

Slide 10 - Slide

Stof tot nu toe
  • Levensbeschouwing
  • Inspirerende personen/idolen
  • Heilige geschriften
  • Spiegel van jezelf 
  • Mythe




Slide 11 - Slide

Binnenkant/
buitenkant
  • Binnenkant: Wat er binnenin omgaat, zoals bestaanservaringen en levensvragen

  • Buitenkant: Wat we er aan de buitenkant van terugzien, dit zijn 4 dingen:
  1. Inspirerende personen
  2. Belangrijke geschriften
  3. Rituelen, feesten en symbolen
  4. Organisaties

Slide 12 - Slide

Levensbeschouwing
Levensbeschouwing: kijk op het leven waarbij mensen antwoord geven op levensvragen

Inspireren: inblazen, bezielen of aanvuren

Slide 13 - Slide

Voordelen bij het schriftelijk vastleggen van gemeenschappelijke levensbeschouwingen:
  1. Meer duidelijk voor de aanhangers en leden van de levensbeschouwing

  2. De levensbeschouwing wordt aantrekkelijk voor anderen

  3. Er is duidelijkheid over bij welke levensbeschouwing iemand hoort

    Heil: 'helen', 'gezond maken'.
    Heilig: het is iets hogers, het is verheven

Slide 14 - Slide

Huiswerk
  • Lezen: t/m bladzijde 44 alle stukken tekst + link Daedalus en Icarus


  • Maken: Opdracht 2, 3, 4, opdracht 7 (werkblad!!), 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18 en 19


  • Opschrijven: Minstens 4 woorden of onderdelen uit de tekst die je niet goed begrijpt of moeilijk vindt 


Slide 15 - Slide

Mythe
Mythe, van muthos: betekent letterlijk woord en verhaal
Vertelling die een fundamentele waarheid bevat over de oorsprong, het doel en de zin van ons bestaan

"Fundamentele", "oorsprong", "zin van ons bestaan", wat staat hier nou eigenlijk?

Slide 16 - Slide

Werkblad

Slide 17 - Slide

Samenvatting

Slide 18 - Slide

Zelfstandig werken
Lezen t/m 
Maken opdracht

Als je klaar bent:

Slide 19 - Slide

Mythes en rituelen

Slide 20 - Slide

Vorige keer
  • Spiegel van jezelf 

  • Mythes 

  • Begrippen

  • Huiswerk 

Slide 21 - Slide

Vandaag
  • Klassikaal: Voorbeelden van Mythes 

  • Samenwerken: Daedalus en Icarus

  • Uitleg opdracht: je eigen mythe maken

  • Paragraaf 4: rituelen

  • Huiswerk 

Slide 22 - Slide

De elfjes 

Slide 23 - Slide

Deadalus en icarus
  1. Lees vraag 6, 7 en 9 nog eens goed door

  2. Geef samen antwoord op vraag 6, 7 en 9 maar laat het over de mens gaan in plaats over jezelf of Icarus. 

  3. Discussieer met elkaar: zit er een inspirerend persoon of idool in dit verhaal? Waarom wel of niet? 

Slide 24 - Slide

Je eigen mythe
  1. Je maakt een eigen mythe

  2. Deze mythe moet een boodschap hebben

  3. Deze mythe vertelt een innerlijk verhaal 

  4. Je haalt inspiratie uit een andere mythe
     
  5. Er komt een inspirerend persoon voor in je mythe

  6. De mythe is ongeveer 200 woorden lang, langer mag altijd!

    Inleveren:
    Uiterlijk maandag 28 maart 23:59 via ELO, MAGISTER

Slide 25 - Slide

Zelfstandig werken: Huiswerk
  • Lezen/leren:
    Pagina 46 t/m 50

  • Maken:
    Opdracht 21 t/m 30
    24 en 25 hoeven niet

Slide 26 - Slide

Paragraaf 4: Belangrijke begrippen
  • Rites de passage 

  • Bestaansrituelen

  • Gewone rituelen

  • Levensbeschouwelijke rituelen (en de 6 kenmerken)

Slide 27 - Slide

Rituelen: Wat is een ritueel?
  • Een vaste gewoonte


  • Ritualis in het Latijn, betekent godsdienstig gebruik

Slide 28 - Slide

Volgende keer
  • Snelhechter mee, alle werkbladen erin

  • Huiswerk (op Magister)

Slide 29 - Slide

Vandaag
  • Huiswerk (vragen?)

  • Belangrijke begrippen 

  • Rituelen bespreken

  • Zelfstandig werken 

Slide 30 - Slide

Vorige keer
  • Mythes (eigen mythe maken)

  • Huiswerk rituelen 


Slide 31 - Slide

Vooraf:
  • Zorg dat je snelhechter in orde is (heb je alle opdrachten?)

  • Zorg dat je huiswerk af is: opdracht 21 t/m 30 (24 en 25 niet)

  • Als je je eigen mythe volgende week hebt ingeleverd (via magister), dan opdracht printen en ook in de snelhechter stoppen

Slide 32 - Slide

Ritueel
  • Een vaste gewoonte 

  • Handeling die steeds terugkeert op bepaald tijdstip of bij bepaalde gelegenheid 

Slide 33 - Slide

Begrippen
  • Rites de passage: overgangs-ritueel, je kan ook spreken van een bestaansritueel. Je sluit een bepaalde periode in je leven af en treed weer toe in een nieuwe fase

  • Ritualis: Latijns woord, betekent Godsdienstig gebruik

Slide 34 - Slide

6 kenmerken levensbeschouwelijk ritueel
  1. Heeft een vast patroon
  2. Bevat woorden, daden en symbolen 
  3. Vindt plaats bij een ervaring van levensbelang
  4. Verwijst naar iets wat heel belangrijk is 
  5. Versterkt het gemeenschapsgevoel (groepsgevoel)
  6. Het ritueel maakt mensen (weer) sterk 

Slide 35 - Slide

1. vast patroon
  • Kleding/muziek/voedsel

  • Bij bepaalde tijd of gebeurtenis komt het terug

  • Voorbeeld: Ramadan (islam)

Slide 36 - Slide

2. bevat woorden, daden en symbolen
  • Combinatie inhoud en vorm


  • Inhoud: Er wordt iets gezegd


  • Vorm: Handeling en symbool 


  • Gebruikmaken van zintuigen

Slide 37 - Slide

3. vindt plaats bij ervaringen van levensbelang
  • Spelen een rol bij ervaringen die je diep raken 

  • Samen met anderen ordenen, delen en betekenis geven (zin) van de ervaring

  • Verbinden eigen ervaringen met ritueel 

  • Wat belangrijk is wordt herdacht of gevierd

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

4. Verwijst naar wat heel belangrijk is
  • Vaak is dit het Goddelijke 

  • Kun je vaak duidelijk zien bij godsdienstige rituelen (verwijzen naar God, danken hem en tonen respect)

Slide 40 - Slide

5. Versterkt het gemeenschapsgevoel
  • Verbonden voelen met groep (en God)

  •  Bevestigen waarden en normen van de groep 

  • Gevoel onderdeel te zijn van de groep, zorgen ervoor dat het doorgaat (continueert) 

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

6. Maakt mensen (weer) sterk
  • Geeft mensen houvast en kracht

  • Bijvoorbeeld bij erge gebeurtenissen kracht geven om verder te gaan (zoals een herdenking)

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Video

Gewoon ritueel
Rites de passage
Levens-
beschouwelijk
ritueel
Tanden poetsen
voor het slapen gaan
Ramadan
Beschuit met muisjes
eten bij een kraamvisite
Begrafenis
Oranje aandoen tijdens koningsdag
1 minuut stilte houden tijdens een dodenherdenking

Slide 45 - Drag question

Zelfstandig werken
  • Lezen/leren bladzijde 52 t/m 57

  • Maken opdracht 31, 36, 37, 38, 39, 40 en 41

  • Extra belangrijk: Opsommingen zoals de 3 kenmerken van een symbool, de 3 verschillen tussen een teken en symbool, enz. 

  • Klaar? Verder met de opdracht 'eigen mythe'

Slide 46 - Slide

Vandaag
  • Vorige keer 

  • Feesten 

  • Tekens en symbolen

  • Organisaties

  • Oefentoets

Slide 47 - Slide

Feesten
  • Samenkomst ter gelegenheid positieve gebeurtenis of gedenkdag 

  • Rituelen spelen belangrijke rol 

  • Voorbeelden: Kerst, Divali, Pesach

Slide 48 - Slide

Teken en symbolen
  • Een teken heeft maar één betekenis, een symbool meerdere

  • Een teken staat los van datgene waar het naar verwijst, een symbool niet 

  • Symbolen wijzen naar fundamenten van ons bestaan 

Slide 49 - Slide

Symbolen
  • Meestal tastbaar 

  • Snel duidelijk hoe je denkt over bepaalde dingen in het leven

  • Maakt herkenning mogelijk

Slide 50 - Slide

Symbolen
  • Humanisme
  • Jodendom
  • Christendom
  • Islam
  • Boeddhisme

Slide 51 - Slide

Organisaties
  • Actief en passief 


  • Humanistisch verbond 


Slide 52 - Slide