W20 1VH hst 5 les 3 (5.2)

Hallo allemaal
Vandaag behandelen we 5.2: Europa wordt christelijk. Om de snelle verspreiding te snappen moet je weten hoe Europa bestuurd werd. Beantwoorde de volgende vragen en kijk of je de stof van vorige week goed onthouden hebt.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare school

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hallo allemaal
Vandaag behandelen we 5.2: Europa wordt christelijk. Om de snelle verspreiding te snappen moet je weten hoe Europa bestuurd werd. Beantwoorde de volgende vragen en kijk of je de stof van vorige week goed onthouden hebt.

Slide 1 - Slide

Toen Karel de Grote keizer was van het Frankische rijk kon hij niet overal zijn. Hoe zorgde hij ervoor dat hij toch overal de baas bleef?

Slide 2 - Open question

Geef twee oorzaken voor het uiteenvallen van het Frankische Rijk.

Slide 3 - Open question

Bedenk waarom het voor de Frankische koningen voordelig was als heel het Rijk één geloof had.

Slide 4 - Open question

Lesdoelen 5.2
- Je kan uitleggen hoe het christendom zich in het huidige Nederland verspreidde.
-Je kan uitleggen wie Bonifatius was en waarom hij belangrijk was.
- Je kan uitleggen dat de kerstening van Nederland onderdeel is van een groter geheel.
- Je kan uitleggen hoe de Germaanse traditities konden blijven bestaan.
-Je kan uitleggen waarom geestelijken  een belangrijke rol speelden in de samenleving.

Slide 5 - Slide

Lesdoelen 5.2
- Je kan uitleggen hoe het christendom zich in het huidige Nederland verspreidde.
-Je kan uitleggen wie Bonifatius was en waarom hij belangrijk was.
- Je kan uitleggen dat de kerstening van Nederland onderdeel is van een groter geheel.
- Je kan uitleggen hoe de Germaanse traditities konden blijven bestaan.
-Je kan uitleggen waarom geestelijken  een belangrijke rol speelden in de samenleving.

Slide 6 - Slide

Missionarissen
Missionarissen zijn mensen die het christendom moeten verspreiden
Karel de Grote was christelijk. Bij elk volk wat hij veroverde stuurde hij missionarissen om dat gebied christelijk te maken. De mensen die bekeerd moesten worden geloofden vaak nog in meerdere goden en werden daarom heidenen genoemd.
Soldaten gingen ook mee om de missionarissen te beschermen
Dit is een kerk. De eerste kerken in Nederland werden gemaakt van stenen van ruïnes van oude Romeinse gebouwen.
Eén van deze mannen is Bonifatius, een hele bekende missionaris die in Nederland veel mensen christelijk heeft gemaakt.

Slide 7 - Slide

 Bonifatius
Bonifatius werd de opvolger van Willibrord als aartsbisschop. Hij had eerst in Duitsland het christelijk geloof verspreid. Omdat hij dat zo goed had gedaan kreeg hij de taak om de heidenen in Nederland te bekeren. Hij deed dit door een heilige boom om te hakken. Hierdoor geloofde men dat de God van Bonifatius sterker was dan hun eigen Goden en bekeerde veel mensen zich.

Slide 8 - Slide

Bonifatius bij Dokkum vermoord
Jarenlang een zinnetje dat leerlingen moesten leren. Bonifatius gaat op weg om de eigenwijze friesen te bekeren. Hij zal bij Dokkum vermoord worden door mensen die het niet met hem eens zijn. Het verhaal gaat dat hij zich met een bijbel probeerde te beschermen.  Die bijbel zou tegenwoordig in Fulda (duitsland) te zien zijn.

Slide 9 - Slide

Het belang van Bonifatius
Bonifatius bedacht dat hij in zijn eentje niet een heel groot gedeelte van Christelijke wijsheid kon voorzien. Hij verdeelde zijn gebied daarom onder, net als Karel de Grote dat had gedaan. Die stukken werden bestuurd door bisschoppen. Hierdoor werd het Christendom steeds belangrijker.

Slide 10 - Slide

Lesdoelen 5.2
- Je kan uitleggen hoe het christendom zich in het huidige Nederland verspreidde.
-Je kan uitleggen wie Bonifatius was en waarom hij belangrijk was.
- Je kan uitleggen dat de kerstening van Nederland onderdeel is van een groter geheel.
- Je kan uitleggen hoe de Germaanse traditities konden blijven bestaan.
-Je kan uitleggen waarom geestelijken  een belangrijke rol speelden in de samenleving.

Slide 11 - Slide

Christendom in Europa
Missionarissen wilden graag iedereen bekeren maar veel mensen waren hier eerst op tegen. Ze staken kerken in brand en zoals we gezien hebben vermoordden ze ook missionarissen. Om dit op te lossen werden eerst de koningen bekeerd. Koningen werden vervolgens gevraagd om met geweld en geld de verspreiding van het Christendom te steunen.
Koningen wilden graag dat iedereen hetzelfde geloof had. Dan was een gebied makkelijker te besturen omdat mensen allemaal eenzelfde cultuur hadden. Het Christendom was hiervoor heel handig want bij het Christendom moet je, je vorst eren.

Slide 12 - Slide

Lesdoelen 5.2
- Je kan uitleggen hoe het christendom zich in het huidige Nederland verspreidde.
-Je kan uitleggen wie Bonifatius was en waarom hij belangrijk was.
- Je kan uitleggen dat de kerstening van Nederland onderdeel is van een groter geheel.
- Je kan uitleggen hoe de Germaanse traditities konden blijven bestaan.
-Je kan uitleggen waarom geestelijken  een belangrijke rol speelden in de samenleving.

Slide 13 - Slide

Germaanse tradities
De Germanen werden christelijk, maar dat betekent niet dat hun traditites verloren gingen.
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de dagen van de week zijn veel daarvan afgeleid van Germaanse goden. Een ook veel feestdagen werden verplaatst zodat ze op heilige dagen van de heidenen vielen. Bv Kerst op het winterfeest of Pasen tijdens het lentefeest. 

Slide 14 - Slide

Sleep de Germaanse god(in) naar de juiste dag
Vrijdag
Dinsdag
Donderdag
Woensdag
Wodan
Freya
Tiwaz
Donar

Slide 15 - Drag question

Lesdoelen 5.2
- Je kan uitleggen hoe het christendom zich in het huidige Nederland verspreidde.
-Je kan uitleggen wie Bonifatius was en waarom hij belangrijk was.
- Je kan uitleggen dat de kerstening van Nederland onderdeel is van een groter geheel.
- Je kan uitleggen hoe de Germaanse traditities konden blijven bestaan.
-Je kan uitleggen waarom geestelijken  een belangrijke rol speelden in de samenleving.

Slide 16 - Slide

Doordat een pastoor een kleine geloofsgemeenschap had had hij binnen deze groep mensen vaak veel te zeggen. Mensen gingen elke zondag naar de Kerk en de pastoor vertelden dan hoe ze moesten leven.

Slide 17 - Slide

Het Klooster
Naast de pastoor had je ook geestelijken die afgescheiden leefden van de samenleving. Dit waren monniken en nonnen.  ZIj woonden in het klooster en waren vaak zelfvoorzienend. Dit betekend dat ze hun eigen eten verbouwden.

Slide 18 - Slide

Werkzaamheden klooster
Monniken en nonnen waren vaak hard aan het werk. Ze schreven boeken over of verzorgde zieken. In het klooster was vaak een ziekenhuis of een gasthuis voor reizigers of zieken uit de omgeving. Hun leven moest bestaan uit bidden en werken.

Slide 19 - Slide

Gesteund door de Vorst
Sommige kloosters werden heel groot en rijk omdat ze bijvoorbeeld veel land hadden of  geld kregen van gelovigen. Hier zou later veel kritiek op komen.

Slide 20 - Slide

Iemand die in de middeleeuwen het christendom verspreidde, noem je een:
A
Missionaris
B
Christenaar
C
Zendeling
D
Bekeerling

Slide 21 - Quiz

Hoe noemen we de periode van de Monniken en Ridders?

A
de late Middeleeuwen
B
de vroege Middeleeuwen
C
het einde van het Romeinse rijk
D
verspreiding van het christendom

Slide 22 - Quiz

Mannen in het klooster heten:
A
nonnen
B
ridders
C
abt
D
monniken

Slide 23 - Quiz

Wat doet
een monnik
NIET?
A
Bidden en psalmen zingen
B
Armen helpen en tuin verzorgen
C
Lezen , schrijven, bijbelstudie
D
Trouwen en het klooster verlaten

Slide 24 - Quiz

Wat is een belangrijke wetenschappelijke functie van het klooster?
A
Kopiëren van boeken
B
Verzorgen van zieken
C
Opvangen van bedelaars
D
Afschaffen van de slavernij

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste omschrijving van het begrip HEIDEN?

A
Iemand die niet de goede godsdienst heeft (volgens joden, christenen en moslims)
B
Iemand die de opdracht heeft mensen te kerstenen
C
Geestelijke die afgescheiden van de samenleving leeft, meestal in een klooster
D
Hoofd van een klooster

Slide 26 - Quiz

Bonifatius was erg belangrijk bij de verspreiding van het christendom?
A
waar, want hij heeft veel mensen bekeerd
B
niet waar, de Friezen waren te machtig
C
waar, hij heeft een klooster gesticht
D
niet waar, dat was Willibrord

Slide 27 - Quiz

Bonifatius was erg belangrijk bij de verspreiding van het christendom?
A
waar, want hij heeft veel mensen bekeerd
B
niet waar, de Friezen waren te machtig
C
waar, hij heeft een klooster gesticht
D
niet waar, dat was Willibrord

Slide 28 - Quiz