Cursus 1 § 3 tekstdoelen en tekstsoorten

Cursus 1 §3
Tekstdoelen & tekstsoorten
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Cursus 1 §3
Tekstdoelen & tekstsoorten

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Je leert tekstdoelen bepalen

Slide 2 - Slide

Waarom tekstdoel?

De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.


De tekst die geschreven wordt, heeft een doel.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Tekstdoel
De schrijver wil..
Voorbeeld tekstsoort
Informeren
Instrueren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
dat je iets te weten komt
dat je weet hoe je iets moet doen of hoe iets werkt
je overhalen om iets te doen
dat je zijn mening overneemt
je vermaken
krantenbericht, verslag sportwedstrijd, artikel
recept, gebruiksaanwijzing
reclametekst, uitnodiging
bespreking van een film
verhaal, leesboek, strip

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
Even checken.....

Slide 6 - Slide

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 7 - Quiz

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 8 - Quiz

Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Maken in het papieren boek:
Cursus 1 §3 opdr 1 t/m 4

Slide 10 - Slide

Wat gaan we doen?
- ophalen voorkennis tekstdoelen & tekstsoorten
- nakijken §3 opdr 1 t/m 4
- maken §3 opdr 5 tm 8

Slide 11 - Slide

Een schoolboek hoort bij het tekstdoel:
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
instrueren

Slide 12 - Quiz

Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Uitleg geven

Slide 13 - Quiz

Een strip hoort bij het tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Activeren
D
instrueren

Slide 14 - Quiz

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 15 - Open question

Wat is het tekstdoel van een uitnodiging/aankonding?

Slide 16 - Open question

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 17 - Open question

Een leesboek heeft als tekstdoel...
A
informeren
B
instrueren
C
overhalen
D
amuseren

Slide 18 - Quiz

Nakijken §3 opdr 1 t/m4

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Aan de slag
maken §3 opdr 5 tm 8
(Opdracht 5 en 6 gezamenlijk)

Slide 23 - Slide