3.2 Zien

• Middelbare school

Welkom!

3.2 Zien

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk bespreken
2. uitleg 3.2
3. Opdrachten 3.2

Hoeveel spieren denk je dat er nodig zijn om je beide ogen te kunnen draaien?

De buitenkant van je ogen

De buitenkant van je ogen

De binnenkant van je ogen

Harde oogvlies

Vaatvlies

Netvlies

Hoe neem je iets waar?
(denk aan prikkels, impulsen en zenuwen!)

Hoe werken je ogen?

Hoe werken je ogen?

• Gele vlek
• Blinde vlek

• Glasachtig lichaam

Hoe zie je kleuren?

• Staafjes: zwart, wit en grijs
• Kegeltjes: kleur (rood, groen en blauw)
  

Hoe krijgen je ogen steeds genoeg licht?

Pupilreflex

Waardoor zie je altijd scherp?

• Lens bol: je ziet voorwerpen dichtbij scherp
• Lens plat: je ziet voorwerpen veraf scherp

Accomoderen --> straallichaam

Waardoor zie je altijd scherp?

Waardoor zie je altijd scherp?

Nabijheidspunt: je lens kan niet boller worden 

Waardoor zie je altijd scherp?

• Doordat je je ooglens niet goed plat of bol kunt maken.
  
• Doordat de vorm van je oogbol niet goed is.

Te korte oogbol: verziend --> bolle lenzen +

Te lange oogbol: bijziend --> holle lenzen -

Hoe zie je diepte?

Waarmee zie je kleur?

1. Staafjes
2. Kegeltjes

Welke drie lagen heeft je oog?

Op welke plek in je oog kun je het 'beste zien' en waarom?

Het beeld wat je ziet komt op de kop in je ogen

1. Waar
2. Niet waar

Pieter kan in de verte niet goed zien, geef hem een diagnose en vertel welke bril hij nodig heeft.

Maak de practica

• Practica 1: hier in de klas
• Practica 2: huiswerk, thuis

Maak de opdrachten van 3.2