1 havo H2 Spelling werkwoorden VT

H2 Spelling
Werkwoorden VT
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

H2 Spelling
Werkwoorden VT

Slide 1 - Slide

Deze les:


Korte terugblik werkwoordspelling TT

Werkwoordspelling VT

Oefeningen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hij ... (lopen, VT) naar huis.
A
loopt
B
loopte
C
liep
D
liepte

Slide 8 - Quiz

De voetballer ... (schoppen, VT) de bal in het publiek.
A
schopte
B
schoptte
C
schopde
D
schopdde

Slide 9 - Quiz

Mijn zusje ... (eten, VT) een boterham.
A
eette
B
eete
C
at

Slide 10 - Quiz

De hond ... (keffen, VT) de hele nacht.
A
kefde
B
kefte
C
kefdde
D
keftte

Slide 11 - Quiz

Hij ... (starten, VT) al vroeg vanmorgen.
A
startte
B
starte

Slide 12 - Quiz

Hij (raden, VT) het goede antwoord.
A
rade
B
raadde

Slide 13 - Quiz

Mijn tante (vegen, VT) gisteren de stoep schoon.
A
veegte
B
veegde

Slide 14 - Quiz

Aan de slag!

Maken:
H.2 Werkwoordspelling 

Slide 15 - Slide