Bezittelijk voornaamwoord (Possesivpronomen)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Het onbepaalde lidwoord ein- en het 

woord kein-

Het onbepaalde lidwoord ein- (=een) en het woord kein- (=geen), krijgen bij 

vrouwelijke woorden de uitgang -e. 

Het woord kein- krijgt ook de uitgang -e in het meervoud. 

	mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
Bepaald lidwoord Nominativ	der Mann	die Frau	das Kind	die Leute
Onbepaald lidwoord Nominativ	ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Leute

ik	mijn
jij	jouw
hij	zijn
zij	haar
het	zijn
wij	ons/onze
jullie	jullie
zij	hun
u	uw

ich	mein-
du	dein-
er	sein-
sie	ihr-
es	sein-
wir	unser-
ihr	euer-/eure-
sie	ihr-
Sie	Ihr-

Het bezittelijk voornaamwoord

De uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden

De bezittelijke voornaamwoorden 

(Possesivpronomen) krijgen dezelfde uitgang 

als de woorden ein(e) en kein(e). 

Let op het bezittelijk voornaamwoord 'euer/eure' (=jullie)

Ist das euer Vater (m)? Ist das euer Kind (o)?

Ist das eure Mutter (v)? Sind das eure Eltern (mv)?

Hoe zeg je 'geen water' in het Duits?

1. ein Wasser
2. eine Wasser
3. kein Wasser
4. keine Wasser

Hoe zeg je 'een koffie' in het Duits?

1. ein Kaffee
2. eine Kaffee
3. kein Kaffee
4. keine Kaffee

Hoe zeg je 'een menukaart' in het Duits?

1. ein Speisekarte
2. eine Speisekarte
3. kein Speisekarte
4. keine Speisekarte

Hoe zeg je 'geen soep' in het Duits?

1. ein Suppe
2. eine Suppe
3. kein Suppe
4. keine Suppe

Hoe zeg je 'mijn huis' in het Duits?

1. mein Haus
2. eine Haus
3. dein Haus
4. sein Haus

Hoe zeg je 'haar broer' in het Duits?

1. mein Bruder
2. sein Bruder
3. ihr Bruder
4. Ihr Bruder

Hoe zeg je 'jullie tante' in het Duits?

1. euer Tante
2. ihr Tante
3. unser Tante
4. eure Tante

Hoe zeg je 'zijn kat' in het Duits?

1. sein Katze
2. unser Katze
3. deine Katze
4. seine Katze

Hoe zeg je 'jouw vriend' in het Duits?

1. sein Freund
2. euer Freund
3. dein Freund
4. ihre Freund

Hoe zeg je 'uw glas' in het Duits?

1. mein Glas
2. ihr Glas
3. sein Glas
4. Ihr Glas

Hoe zeg je 'onze moeder' in het Duits?

1. unser Mutter
2. eure Mutter
3. ihre Mutter
4. unsere Mutter

Hoe goed begrijp jij deze
grammatica?

😒🙁😐🙂😃