aqui PA3 CAP 3 Opdrachten 16d, 17C, 22a, 22b, 23,26a,26c,27c

La vida de las estrellas
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

La vida de las estrellas

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Verwijder de foute werkwoorden. Plak blokjes op de foute opties
Antes Lady Gaga no   era       fue famosa
En 1990     empezaba      empezó      a tocar piano
Cada día tocaba   tocó      el piano.
Cuando era joven, siempre  llevaba  llevó       ropa rara.
En julio del año pasado      dio     daba  un concierto muy grande en Estados Unidos.
16d

Slide 3 - Drag question

17c

Slide 4 - Slide

si
después de
la presentadora
carrera
número de teléfono
la emisora
el público

Slide 5 - Drag question

22b
1
2
3
4
5
6
7

Slide 6 - Drag question

22b
1
2
3
4
5
6
7

Slide 7 - Drag question


Wat voor soort tekst is dit?
23a

Slide 8 - Slide


Waarover kom je meer te weten in deze tekst?
Spaanse en Latijnsamerikaanse films

Slide 9 - Slide


Welke verklaring wordt er gegeven voor het succes hiervan?
Door goede acteurs en regisseurs

Slide 10 - Slide



Hoeveel personen geven hun mening over dit onderwerp?
1 persoon

Slide 11 - Slide

¿Crees que un niño puede buscar a su nueva mamá?
23c

Slide 12 - Slide


¿Crees que una persona con síndrome de Down puede casarse con una persona de IQ normal?
Enlace a Bookwidgets
20 minutos
ECCY6EB
23d

Slide 13 - Slide

Agua que cae
caracterísitica de la situación
Algo que existe
nube (wolk)
sol (zon)
viento(wind)
nuboso
(bewolkt)
soleado
(zonnig)
llueve
(het regent)
nieva
(het sneeuwt)
graniza
(het hagelt)
una tempestad
(een storm)
niebla(mist)
humedad
(vocht)

Slide 14 - Drag question

graniza  (het hagelt)
nieva   (het sneeuwt)
llueve   (het regent)  
ESTÁ nuboso
(bewolkt)
ESTÁ soleado
(zonnig)
HAY una tempestad
(een storm)
HAY nubes (wolken)
HAY niebla (mist)
HAY viento (wind)
HAY sol (zon)
HAY humedad (vocht)
Agua que cae
caracterísitica de la situación
Algo que existe

Slide 15 - Drag question

sentir (voelen)
  • calor (warmte)
  • frío (koud)
  • fresco (fris)
  • viento (wind)
  • 18 grados de temperatura
  • agradable = bueno / desagradable = malo


Slide 16 - Slide

HACE
calor (warmte)
frío (koud)
fresco (fris)
viento (wind)
18 grados (de temperatura)
buen tiempo (agradable) / mal tiempo (desagradable)


Het doet iets bij mij

Slide 17 - Slide

hace calor
está nublado
hay tormenta
hace buen tiempo
hace sol
hay niebla
llueve
hace viento
nieva
hace frío

Slide 18 - Drag question



les: wo 1 / di 7 wo 8 / 
13 juni: toetsweek
luistertoets
Paso Adelante toets
Cap 3 y 4

Slide 19 - Slide

30 graden
18 graden
28-39 graden
8 graden
13 graden
nee
ja
ja
20 graden
10 graden
15 graden
15 graden
5 graden
5 graden
21 graden

Slide 20 - Drag question

A
B
C
1
2
3

Slide 21 - Drag question

timer
1:00
vertaling van "het regent"

Slide 22 - Mind map

27c. Kijk naar de informatie.
Voer het gesprek uit.
Max. 23
Min. 18

Slide 23 - Slide

27c. Kijk naar de informatie.
Voer het gesprek uit.
Max. 30
Min. 26

Slide 24 - Slide

¡Bienvenido a la clase!

Slide 25 - Slide

Wat betekent:
por lo tanto
A
dus
B
vanwege
C
daarom
D
tenminste

Slide 26 - Quiz

Wat betekent:
sin embargo
A
echter
B
zonder tegenspraak
C
ongetwijfeld
D
als gevolg van

Slide 27 - Quiz

Wat betekent:
por ejemplo
A
terwijl
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
met andere woorden

Slide 28 - Quiz

Wat betekent:
a pesar de que
A
hoewel
B
ondanks
C
evenals
D
helaas

Slide 29 - Quiz

Vertaal in het Nederlands:
hay que

Slide 30 - Open question

Hoe vertaal je "sirve mejor" in onderstaande zin?

¿Qué titulo sirve mejor para el texto?

Slide 31 - Open question

Vertaal in het Nederlands:
se dice

Slide 32 - Open question

Vertaal in het Nederlands:
párrafo

Slide 33 - Open question

Vertaal in het Nederlands:
objetivo

Slide 34 - Open question