Hoofdstuk 2.2 Botten Bewegen

Hoofdstuk 2.2 Botten bewegen

Aan het einde van de les kan je:
- De vier beenverbindingen beschrijven.
- De bouw van een gewricht beschrijven.
- De werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2.2 Botten bewegen

Aan het einde van de les kan je:
- De vier beenverbindingen beschrijven.
- De bouw van een gewricht beschrijven.
- De werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht beschrijven.

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij 'Botten bewegen'?

Slide 2 - Mind map

Hoe zitten botten aan elkaar vast?
Botten zijn op verschillende manieren aan elkaar verbonden.

 Soms om ze aan elkaar vast te zetten en soms om ze kunnen laten bewegen. 

Slide 3 - Slide

Er zijn 4 manieren.

Slide 4 - Slide

Vergroeiing

Botten die vergroeid zijn tot één geheel noem je vergroeid.

Je kunt ze niet afzonderlijk van elkaar bewegen.

Slide 5 - Slide

Naadverbinding
Je schedelbeenderen zijn verbonden met een naadverbindingDe naden zijn kronkelig.

Er is geen beweging mogelijk. 

Slide 6 - Slide

Kraakbeenverbinding
Wanneer twee botten met kraakbeen verbonden zijn, noemen we dit een kraakbeenverbinding.

De ribbenkast en ruggenwervel zijn hier voorbeelden van. 

Er is weinig beweging mogelijk

Slide 7 - Slide

Een naadverbinding is ...
A
een beetje beweeglijk.
B
beweeglijk.
C
niet beweeglijk.

Slide 8 - Quiz

De bouw van een gewricht.

Slide 9 - Slide

Functies:
  • Gewrichtsbanden - zorgen dat de botstukken van een gewricht stevig met elkaar verbonden zijn en geven extra stevigheid aan zwakke plekken (knie/schouder/enkel).
  • Kruisbanden - zorgen voor stabiliteit bij het buigen, strekken en draaien
  • Meniscus - een schijfje kraakbeen om het gewricht soepel te kunnen bewegen.
Maak hier een aantekening van!

Slide 10 - Slide

Nr. 1. van afbeelding 1 is de gewrichtsknobbel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is de functie van kruisbanden?
A
Slijtage voorkomen
B
stabiliteit bij bewegingen
C
botten met elkaar verbinden
D
Soepeler laten bewegen

Slide 12 - Quiz

5 soorten gewrichten
  • Kogelgewricht
  • Scharniergewricht
  • Rolgewricht
  • Zadelgewricht
  • Eivormig-gewricht

Slide 13 - Slide

Kogelgewricht
Een ronde knobbel in een diepe kom.
Er is veel beweging mogelijk.

Slide 14 - Slide

Scharniergewricht
Er is maar beweging mogelijk 1 richting op.
Net als een scharnier in een deur.
Tussen opperarm en ellepijp

Slide 15 - Slide

Rolgewricht

Slide 16 - Slide

Zadelgewricht
Tussen middenhandsbeentje van de duim en de handwortel

Slide 17 - Slide

Eivormig-gewricht
Tussen middenhandsbeentjes en vingers.
Je kunt je vingers een beetje heen en weer bewegen.

Slide 18 - Slide

Kleine quiz!
Heb je goed opgelet?

Slide 19 - Slide

Wat zit er tussen de wervels?
A
Kraakbeen
B
Botten
C
Niks

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Drag question

Welke beenverbindingen zijn beweeglijk?
A
2 en 3
B
1 en 2
C
1 en 3

Slide 22 - Quiz

Een kogelgewricht zit in je...
A
onderarm en onderbeen.
B
schouder en heup.
C
opperarmbeen en ellepijp.

Slide 23 - Quiz

Nu zelf aan het werk!
Je gaat nu de opdrachten uit het werkboek van H2.2 maken. Je mag overleggen in je groepje maar dat gaat op fluisterniveau. 
Lukt dat niet? Dan gaan we in stilte aan het werk!
Als je klaar bent mag je alvast paragraaf 3 doorlezen.
De volgende les gaan we de antwoorden bespreken!

Slide 24 - Slide

Einde van de les.
- Beschrijf de vier beenverbindingen.
- Beschrijf de bouw van een gewricht.
- Beschrijf de werking van een kogelgewricht, een scharniergewricht en een rolgewricht.

Slide 25 - Slide