Paasviering

Paasviering
thema: vriendschap & verbinding
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paasviering
thema: vriendschap & verbinding

Slide 1 - Slide

Wat is pasen?
  •  Op Goede Vrijdag denken we aan Jezus die aan het kruis stierf. Drie dagen later stond Hij op uit de dood. Daarom vieren we met Pasen de opstanding van Jezus. Hij kreeg een nieuw, onsterfelijk lichaam. Zo werd voor het eerst de dood overwonnen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

DE PAASQUIZ
2024

Slide 5 - Slide


Wat wordt er gevierd op eerste paasdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat

Slide 6 - Quiz


Eerste Paasdag valt altijd op
A
Vrijdag
B
Dat is elk jaar verschillend.
C
Zondag
D
Woensdag

Slide 7 - Quiz


Lang voordat het christendom ontstond, vierden de joden met Pasen hun bevrijding van de slavernij in Egypte. De joden vieren nog steeds Pasen – maar hoe noemen ze het feest?
A
Pesach
B
Bar mitswa
C
Chanoeka
D
Sjacharien

Slide 8 - Quiz


Wat vieren we op 2de Paasdag?
A
Dat Jezus zijn moeder Maria weer ziet.
B
Niks
C
Dat de kuikens weer uit het ei komen.
D
Dat Jezus is opgestaan

Slide 9 - Quiz


Hoe wordt de week voor Pasen genoemd
A
drukke week
B
stille week
C
voorbereidingsweek
D
prepasenweek

Slide 10 - Quiz


Wat herdenken wij met goede vrijdag?
A
Dat Jezus opstaat uit de dood
B
Dat Jezus sterft aan het kruis
C
Dat Jezus wordt geboren
D
Dat Jezus naar de hemel gaat

Slide 11 - Quiz


Op welke dag gedenken we het Laatste Avondmaal?
A
Palmzondag
B
Witte Donderdag
C
Eerste Paasdag
D
Goede vrijdag

Slide 12 - Quiz

Thema verbinding & vriendschap
Bespreek in tweetallen de volgende 2 vragen:

  • Hoe kunnen we de wereld een beetje liever/vriendelijker maken? 

  • Hoe kunnen we hier in de klas mee beginnen? 

Slide 13 - Slide

Opdracht:
  • Omcirkel 3 tot 5 woorden of zinnen van wat je net hebt besproken/opgeschreven 

  • Deze woorden zet je op een hand

  • Je mag de handen versieren met stiften of kleurtjes

Slide 14 - Slide