Persoonlijkheidsstoornissen Quiz

• Zorg en Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Wat zijn kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis

1. Duurzame en starre persoonlijkheidstrekken
2. Zorgt voor beperking in relaties , werk of scholing
3. Meestal geen andere stoornis aanwezig.
4. Kenmerken zijn op jongen leeftijd onopvallend aanwezig

Welk gedrag is kenmerkend voor cluster A

Welke persoonlijkheidsstoornis valt onder cluster B

1. Borderline persoonlijkheidsstoornis
2. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis
3. Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
4. Narcistische persoonlijkheidsstoornis

Welke persoonlijkheidsstoornis valt onder cluster C

1. Paranoïde
2. Histrionische
3. Dwangmatige
4. Schizotypische

Hoe handel je als verpleegkundige bij Cluster A?

1. Doseer intensiteit in contact zorgvuldig
2. Handel vanuit een hoge EE
3. Accepteer geen onverschillig gedrag van de Z.V
4. Streef naar continuïteit in begeleiding

'Hou me vast, maar raak me niet aan'
Dit is kenmerkend voor welke persoonlijkheidsstoornis?

1. Borderline
2. Narcistische
3. Obsessief-compulsieve
4. Ontwijkende

Welk verpleegkundige handelen staat centraal in de omgang met een zorgvrager met een antisociale PS?

1. Geef de zorgvrager een voorkeursbehandeling.
2. Tolereer geen grensoverschrijdend of manipulerend gedrag
3. Reageer neutraal op grensoverschrijdend gedrag.
4. Ga in dialoog en onderhandel over de wensen van Z.V

Welk verpleegkundige handelen staat centraal in de omgang met een zorgvrager met een borderline PS?

1. Wees accepterend, vriendelijk en begripvol.
2. Neem consequente grondhouding aan.
3. Verlies je niet in grote betrokkenheid.
4. Ga in discussie over het gedrag van de client

Noem 3 kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis.

Kenmerken Histrionische (theatrale) persoonlijkheidsstoornis:

1. Overdreven emotioneel gedrag
2. Egocentrisch
3. Teruggetrokken
4. Somatisatie en conversieverschijnselen.

Diepgaand patroon van ingebeelde belangrijkheid en uniekheid.
Bij welke PS past dit?