2.1 Molecuulmodel

H2 Chemische reacties
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Chemische reacties

Slide 1 - Slide

2.1

Slide 2 - Slide

Deze les
  • Herhalen molecuulmodel (klas 2)
  • Uitleg micro- en macroniveau
  • Lezen 2.1
  • Maken 1, 2, 4, 6, 7
  • Afsluitende quizvragen


Slide 3 - Slide

Doel van deze uitleg:
  • Je leert wat het molecuulmodel is;
  • je leert wat de drie fasen en de zes overgangen zijn;
  • je leert wat het verschil is tussen microniveau en macroniveau bij scheikunde;
  • Je leert om scheidingsmethodes uit te leggen op microniveau.
Een model helpt je te snappen hoe iets in elkaar zit.

Slide 4 - Slide

Molecuulmodel
  • In de volgende oefening moet je de woorden naar de juiste plaats slepen. 
  • Dit is bedoeld om je voorkennis te testen (geleerd in klas 2).

Slide 5 - Slide

gas
vloeibaar
vast
smelten
verdampen
sublimeren/ vervluchtigen
rijpen
stollen
condenseren

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Molecuulmodel - uitgangspunten


  • Elke stof bestaat uit moleculen.
  • Elke stof zijn eigen soort moleculen.
  • Hoe hoger de temperatuur hoe snelle moleculen bewegen.
  • Moleculen trekken elkaar aan.

Slide 8 - Slide

Absolute nulpunt
  • Op het absolute nulpunt (0 K) staan de moleculen volledig stil.
  • 0 K = - 273 oC
  • 273 K = 0 oc

Slide 9 - Slide

Hoeveel Kelvin komt overeen met 25 graden Celsius?
A
- 298
B
-248
C
248
D
298

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Video

Faseovergang
Bij een faseovergang veranderen de moleculen niet. 
Alleen de aantrekkingskracht tussen de moleculen verandert.

Slide 12 - Slide

Eigenschappen verklaren
In de scheikunde proberen we eigenschappen van stoffen te verklaren aan de hand van het molecuulmodel. 

Hierbij zijn de eigenschappen waarneembaar: macroniveau
Het molecuulmodel is een voorstelling van iets wat we niet kunnen zien/waarnemen: microniveau

Slide 13 - Slide

Macro en micro
Macroniveau: waarneembaar en meetbare eigenschappen, bijv. kleur, hardheid, geleidbaarheid, smelt- en kookpunt.

Microniveau: beschrijving op deeltjesniveau (moleculen, atomen).

Slide 14 - Slide

De geur van een geurkaars
A
Macro
B
Micro

Slide 15 - Quiz

De moleculen trillen op een vaste plaats in het molecuulrooster.
A
Macro
B
Micro

Slide 16 - Quiz

De temperatuur van kraanwater is 16 graden Celsius
A
Macro
B
Micro

Slide 17 - Quiz

Molecuulmodel
  1. Elke stof bestaat uit moleculen;
  2. Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen;
  3. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller moleculen bewegen
  4. Moleculen trekken elkaar aan.


rood = macroniveau
blauw = microniveau

Slide 18 - Slide

Macro-niveau
Micro-niveau

Slide 19 - Slide

Extractie op microniveau
  • Bekerglas met oplosmiddel: 1 soort moleculen.
  • Links: oplossing met 2 soorten moleculen.
  • Rechts: 1 soort moleculen (blauw) mengt met de moleculen van het oplosmiddel, de andere moleculen niet (geel). 

Slide 20 - Slide

Aan de slag
  • Lezen 2.1 
  • Maken 1, 2, 4, 6, 7
  • Afsluitende quizvragen (laatste 5 min)

Slide 21 - Slide

In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Als de moleculen in een gas naar een vaste stof gaan, dan heet dat:
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
rijpen

Slide 23 - Quiz

De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

De aantrekkingskracht tussen moleculen verandert als een stof smelt
A
ja, de aantrekking wordt sterker
B
ja, de aantrekking wordt zwakker
C
nee, de aantrekking blijft gelijk

Slide 25 - Quiz

Bij welke fase bewegen de deeltjes het snelst?
A
Vast
B
Vloeistof
C
Gas
D
Ze bewegen altijd even snel

Slide 26 - Quiz

In een mengsel komt meer dan 1 soort moleculen voor
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Bij scheiden gaan de moleculen kapot
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

De moleculen van 1 stof zijn allemaal gelijk aan elkaar
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

In de vaste fase van een stof kunnen de moleculen niet bewegen
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz