h4ne Poëzie liefde

Welkom H4!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom H4!

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Wat weet je nog van de vorige les?
  3. Nakijken opdracht 4, blz 142
  4. Literatuur 6: Liefde (versregel, enjambement, strofen)
  5. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

Wat is een lyrisch ik?

Slide 3 - Open question

Leg uit.
Je kennis van de context en je vermogen om je in de situatie te verplaatsen, drage bij aan de betekenis van een gedicht.

Slide 4 - Open question

Opdracht 4, blz 141 Foute keuze
  • a Het gedicht legt een directe verbinding tussen de (implicaties van) de Tweede Wereldoorlog en mensen uit onze tijd. Het gedicht is persoonlijk en eerlijk, waardoor het je raakt.
  • b De tegenstanders van het gedicht vonden dat het niet moest worden voorgelezen omdat Aukes oudoom, een SS’er, daarmee op hetzelfde niveau zou worden gezet als de slachtoffers van het nazibewind. De voorstanders zeggen dat het niet gaat om ‘daders en slachtoffers’. Het gedicht laat juist zien hoe binnen één gezin ‘goede’ en ‘foute’ keuzes zijn gemaakt.
  • c Ik ben het met Auke eens, want door dingen vanuit meer perspectieven te bekijken, word je je bewust van meer aspecten. Of: Ik ben het niet eens met Auke. Op 4 mei gaat het erom om de mensen te herdenken die hun leven voor ons hebben opgeofferd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar hoort de oudoom van Auke niet bij.

Slide 5 - Slide

Lees het gedicht 'eight days a week' van C. Buddingh' op pagina 144 van je hoofdboek.
Leg uit dat voor dit gedicht de uitspraak 'het wezenlijke verschil tussen proza en poëzie is de bladspiegel' geldt.

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Hoeveel versregels?

Slide 8 - Slide

Hoeveel versregels?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoeveel strofen?

Slide 11 - Slide

Hoeveel strofen?

Slide 12 - Slide

Lees het gedicht 'De geliefden' van Esther Jansma op pagina 144 van je hoofdboek.
Leg uit op welke manier de afwijkende laatste strofe van dit gedicht betekenis toevoegt aan het gedicht.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Is hier sprake van enjambement?

Slide 15 - Slide

Is hier sprake van enjambement?

Slide 16 - Slide

Dichteres Ellen Deckwitz noemt enjambementen 'een soort cliffhangers'.
Verklaar deze omschrijving.

Slide 17 - Open question

Bekijk het gedicht 'Sonnet 16' van Hans Andreus op pagina 144 van je hoofdboek.
Dit gedicht heeft een specifieke vorm, namelijk van een sonnet.
Beschrijf hoe een sonnet is opgebouwd.
Gebruik in je antwoord de woorden versregel en strofen.

Slide 18 - Open question

Lees nogmaals de drie gedichten op pagina 144 van je hoofdboek.
Het verbindende thema van de gedichten is liefde.
Je zou kunnen zeggen dat de liefde in elk van deze gedichten 'zeer' doet.
Waarom?

Slide 19 - Open question

Onderstaande tekst is geschreven door door Willem van Zadelhoff. Maak van deze tekst poëzie door de tekst te verdelen in versregels en strofen en door met enjambement te spelen.
Het begon langzaam. Iedereen keek gespannen hoe de eerste stralen het gras streelden. De dag verhief zich, zonder haast. Een pastoraal brommertje doorkruiste de stilte. Zonder dat brommertje wisten wij niet hoe stil onze stilte was. En het bracht brood en kaas. Niet iedereen reed op het brommertje. Iedere keer genoot ik weer van het geluid van zijn motortje. Daar had ik genoeg aan. Gisteren hadden we geen brood en kaas nodig. We beseften niet hoe stil het was toen we de zon zagen opkomen. Het was geen dag als alle anderen. Het was zondag.

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Video

Opdrachten maken
Poëzie 6-Liefde blz 144-145 in je oefenboek

Opdrachten 6 & 7a en 8 a-e  maken

Tevens huiswerk voor de volgende les

Slide 22 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag  19 februari
  • Huiswerk: leren blz 140 t/m 145 in theorieboek en check het  leerdoel op blz 141 & 143 & 145  in je werkboek.
  • Huiswerk: maken Opdrachten 6 & 7a en 8 a-e
  • Meenemen: Leesboek 3, kernboek (2x), schrift  en laptop
  • Programma: Poëzie

Slide 23 - Slide

H6 Liefde, antwoord 6. blz 144
a. Het lyrisch ik spreekt zijn gestorven tweelingbroer of -zus toe. De ik zegt zelf ook niet meer te leven, maar tegelijkertijd te leven van het gemis, de gestorven broer of zus lief te hebben en verwond te zijn. In alles wat het lyrisch ik zegt tegen de overledenen klinkt verscheurdheid door.

b.  Als het lyrisch ik een geliefde aanspreekt, dan lijkt het te gaan om een onmogelijke liefde. Je krijgt de indruk dat de geliefde het lyrisch ik heeft afgewezen.

Slide 24 - Slide

H6 Liefde, antwoord 7a. blz 144
Liefde doet in de gedichten van Jansma en Andreus pijn, doordat de geliefde buiten bereik is geraakt en dat altijd zal blijven. In Buddinghs gedicht is het zeer subtieler aanwezig: hij hoopt dat zijn vrouw bij een bepaalde halte opstapt zodat hij haar nog een keer kan zien (en als dat niet gebeurt, doet dat ergens zeer).  



Slide 25 - Slide

H6 Liefde, antwoord 8. blz 144
 a   Het gedicht is erg toegankelijk, doordat het taalgebruik eenvoudig is. Maar ook al zijn de woorden niet ingewikkeld, de betekenis ervan is heel intens. Het thema is heel herkenbaar: iedereen heeft wel iemand waar hij veel van houdt.

b     Het gedicht bestaat uit vier strofen van elk vier regels.

c    De twee enjambementen in de derde strofe zijn: ‘zijn – jou’ en ‘bent – nu’

d    Het eerste enjambement roept een dubbele betekenis op: ‘ik wil zo graag zijn’ brengt een gevoel van levenslust over; als je verder leest, wordt duidelijk dat hij zijn geliefde wil zijn.
In het tweede enjambement betekent ‘je bent’ dat de geliefde bestaat. Het is een soort absolute uitspraak over het ‘zijn’ van de beminde. Maar als je verder leest, op regel 14, wordt juist het unieke en veranderlijke van de persoon van de geliefde benadrukt.

e    In de laatste strofe beschrijft het lyrisch ik het onvermogen om die grote liefde die hij voelt in woorden te vatten.

Slide 26 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: dinsdag  19 februari
  • Huiswerk: leren blz 140 t/m 145 in theorieboek en check het  leerdoel op blz 141 & 143 & 145  in je werkboek.
  • Huiswerk: maken Opdrachten 6 & 7a en 8 a-e
  • Meenemen: Leesboek 3, kernboek (2x), schrift  en laptop
  • Programma: Poëzie

Slide 27 - Slide

h4ne Poëzie liefde

Slide 28 - Slide