What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
modale werkwoorden.
de modale werkwoorden.
NT2
A1-A2
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
de modale werkwoorden.
NT2
A1-A2
Slide 1 - Slide
Wat leer ik deze les?
Je leert wat modale werkwoorden zijn en hoe je ze gebruikt.
You will learn how to use modal verbs.
Slide 2 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Wat is ook alweer de persoonsvorm?
Slide 4 - Mind map
Wat is de persoonsvorm in deze zinnen?
De fiets viel tegen de lantaarnpaal.
Maaike wilde niet naar huis.
Op het strand ligt veel zand.
De zeehond is naar Engeland gezwommen.
Nederlandse les is altijd heel leuk.
Straks gaan we naar de bibliotheek.
Slide 5 - Slide
Welke modale werkwoorden ken je?
Slide 6 - Mind map
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Modale hulpwerkwoorden geven een speciale betekenis aan de zin. Zo betekent:
kunnen
= to be able to.....it's possible
mogen
=to may, to be allowed to......to have the permission
moeten
=to have to, to should......it's necessary
willen
=to want to ......a wish
zullen
=shall, to will ......to plan something.
hoeven=
nodig zijn, moeten, of willen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Modaal werkwoord+hele werkwoord
Ik moet ook nog iets kopen.
Mijn moeder wil naar de stad rijden.
Mag ik nog even slapen?
De leerlingen zullen goed werken.
Kunnen jullie even op mijn kind passen?
Je hoeft me niet zo aan te kijken!
Slide 15 - Slide
Maak een zin met een modaal werkwoord
Slide 16 - Open question
Vraag aan je klasgenoot
Slide 17 - Slide
create.kahoot.it
Slide 18 - Link
Zelfstandig werken
Van A tot Zin:
3.6: opdracht 1, 2, 3 en 5.
daarna: Taalcompleet.
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wat .... (verplichting) jij iedere zondag doen?
A
moet
B
hoef
C
hoeft
D
wilt
Slide 25 - Quiz
Ik .......... (belofte) de kerstboom vanavond versieren.
A
moet
B
kan
C
zal
D
wil
Slide 26 - Quiz
....... je hier roken? (toegestaan)
A
kun
B
kan
C
mag
D
moet
Slide 27 - Quiz
Hij ......... (wens) graag een nieuwe fiets voor zijn verjaardag.
A
hoeft
B
moet
C
mag
D
wil
Slide 28 - Quiz
Ik kan niet bij je op bezoek ........
A
kom
B
komt
C
gekomen
D
komen
Slide 29 - Quiz
Hij zal met Pasen de eieren ........
A
verstopt
B
verstoppen
C
verstop
D
geverstopt
Slide 30 - Quiz
Ik ...... haar een kaart sturen, of ik .... bij haar op bezoek .....
A
kan, kan, gaat
B
kan, kan, gaan
C
moet, moet, gaat
D
moet, moet gegaan
Slide 31 - Quiz
...... (verplichting) wij vandaag naar school?
Nee, het is vakantie, wij ...... niet te gaan.
A
kunnen, moeten
B
moeten, hoeven
C
moeten, kunnen
D
hoeven, hoeven
Slide 32 - Quiz
More lessons like this
A-GEEL: modale werkwoord
January 2024
- Lesson with
32 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Modale werkwoorden
April 2024
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
O5: disk thema 5 verliefd zijn, modale ww (wk 14, les 3)
January 2023
- Lesson with
30 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
O5: modale werkwoord
June 2023
- Lesson with
26 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
A-BLAUW: disk thema 'eten', modale ww (wk 12, les 2)
January 2023
- Lesson with
32 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
A-BLAUW: disk thema 4 eten, modale ww (wk 12, les 1)
January 2023
- Lesson with
36 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
27-09 modaal werkwoord
May 2022
- Lesson with
41 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
SPREEKTOETS
March 2023
- Lesson with
38 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1