Jan 8 plurals

Welcome CB2A
English class
1 / 33
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome CB2A
English class

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
  • Telefoon in het Zakkie (voor binnenkomst)
  • Op je plek zitten 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: opgeladen laptop, boek B, map en pen (etui)
  • Alvast inloggen op LessonUp en daarna zet je laptop opzij.
      




timer
3:00

Slide 2 - Slide

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan het welbevinden van leerlingen. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zitten startklaar en zijn bijvoorbeeld ingelogd in LessonUp en hebben hun JdW-map op tafel.
Nieuw jaar, nieuwe kansen
1. Voor de les/ binnenkomst:
  • Elkaar rustig groeten, gelijk zitten en volume is fluistertoon.
  • Mag alleen naar toilet als je niet van pauze komt. Mag je naar toilet --> 3 min
  • Tijdens de les mag niet naar toilet dus vraag ook niet.
2. Gedurende uitleg
  • Je bent stil en aan het luisteren.
3. Actief werken
  • Stilte: mag niet praten
  • Duo's: fluistertoon
4. Lesafsluiting:
  • Herhaling v/d les, vragen beantwoorden dus (nog) niet opruimen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Klassen afspraken/ Classroom rules
  1. Wij zijn stil wanneer de docent spreekt of iets uitlegt.
  2. Wij tonen respect voor elkaar en wij helpen elkaar.
  3. Ik luister naar de docent en volgt de instructie van de docent.
  4. Op mijn laptop ben ik allen bezig met opdrachten voor de les.
  5. Ik ben actief bezig met de les en als ik een vraag heb steek ik mijn vinger op.
  6. Afspraken niet nakomen: 2x waarschuwing --> 3e is eruit en terugkomen na de les voor gesprek.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorig les
Chapter 4 theme words: shopping
Reading text: Online & offline shopping
Strategy: 'False friends"

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Woorden die op elkaar lijken

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesson goals
By end of this class:
  1. I can use plurals to write about more than one thing. 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

What are you going to do?
  1. Interactive lessonup rules
  2. Plurals mindmap & interactive quiz
  3. Extra explanation & help
  4. Work on your own: plural exercises
  5. Discussing your answers
  6. Independent worktime: Numo Engels
  7. Show what you learn!



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Interactief oefenen gedragsregels
  • Je bent alleen in LessonUp, geen andere site;
  • Eigen naam gebruiken;
  • Je geeft antwoord zo snel mogelijk;
  • Je focus op de taak en volgt instructie;
  • 2x waarschuwing, 5 minuten voor einde terug komen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Plurals:
rules, words etc

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Plurals:
One brush, two .........

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Plurals:
One story, two .........

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Plurals:
One tomato, two .........

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Plurals:
One fork, two .........

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Plurals (meervoud)
Lees grammar 7
blz. 27

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Plurals:
One man, two .........

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Plurals:
One mouse, two .........

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Plurals:
One calf, two .........

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord (noun).
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 1
Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> six stories
One bunny --> three bunnies

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 2
Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one leaf - nine leaves

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 3
Eindigt het woord op -s -ss -sh - ch -x --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Uitzondering 4
Eindigt het woord op medeklinker + o --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one hero --> two heroes
one tomato --> four tomatoes

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Onregelmatige meervouden
man        >  men
woman  >  women
child       >  children
person   >  people
Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:

sheep       >  sheep
fish            >  fish
mouse      >  mice
tooth         >  teeth
foot            >  feet

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Wat: Boek B Hfd 4 opg. 31 & 32a maken blz. 27 - 28
Hoe: individueel --> 5 minuten in stilte
         Duo's --> antwoorden bespreken na 5 minuten (fluistertoon)
Tijd: 15 minuten 
Hulp: boek, docent
Klaar?: opg. 32B blz. 28
Resultaat: antwoorden nakijken
timer
5:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Exercise 31 a                                                            
  1. men 
  2. fish
  3. women
  4. tomatoes
  5. knives
  6. parties
  7. sheep
  8. mice
  9. phones
  10. feet
  11. streets
  12. leaves

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Exercise 31  b                                       Exercise  32  a                                                       
  1. friends
  2.  places
  3. flavours
  4. men
  5. wives
  6. fish
  7. bikes
  8. heroes
  9. parties
  10. celebrities
  1. There are many shops in the city centre.
  2. There aren’t many tourists in my city.
  3. There aren’t many roads here.
  4. There aren’t many women in my family.
  5. There are so many buildings in Paris!
  6. There aren’t many roads in and out of the city.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Nabespreking
Exercise  32  a                                                       
  1. There are many shops in the city centre.
  2. There aren’t many tourists in my city.
  3. There aren’t many roads here.
  4. There aren’t many women in my family.
  5. There are so many buildings in Paris!
  6. There aren’t many roads in and out of the city.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

NUMO Engels
Wat: Numo Engels
Hoe: individueel --> 5 minuten in stilte
          na 5 minuten (fluistertoon)


timer
5:00

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Plurals
Raise your finger for the correct answer:
  1. I have  a birthday (1) party / (2) parties on Saturday. 
  2. Nadia has  ten (1) wolf / (2) wolves at her zoo.
  3. We have a couple of (1) mouse / (2) mice in the kitchen.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Jan 8 plurals

Slide 33 - Slide

This item has no instructions