H5.5 | Spotprenten over veranderingen

H5.5 | Spotprenten over veranderingen
opdrachten 1 t/m 7
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H5.5 | Spotprenten over veranderingen
opdrachten 1 t/m 7

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Opdracht-1
a.
Stap 1: Over welke periode gaat de spotprent?
A Over 1945-1949.
B Over 1959-1964.
C Over 1975-1985.
D Over 1985-1991.

Slide 3 - Slide

Opdracht-1
stap 2: Bekijk de prent goed. Vul de
ontbrekende woorden in.
Op de prent staan ..... mensen. Ze staan in een ........ en praten met elkaar.
Op de prent staan ook teksten. Op de ruit van de winkel staat ....... voor tanks en perestrojka. De planken binnen zijn .....

Slide 4 - Slide

Opdracht-1
stap 2: Bekijk de prent goed. Vul de
ontbrekende woorden in.
Op de prent staan twee mensen. Ze staan in een slagerij en praten met elkaar.
Op de prent staan ook teksten. Op de ruit van de winkel staat reclame voor tanks en perestrojka. De planken binnen zijn leeg.

Slide 5 - Slide

Opdracht-1
c.
stap 3: Dit is de originele spotprent. Komt de tekenaar van de prent uit het Oostblok of het Westblok? Leg je antwoord uit.

Slide 6 - Slide

Opdracht-1
c.
stap 3: Dit is de originele spotprent. Komt de tekenaar van de prent uit het Oostblok of het Westblok? Leg je antwoord uit.
Uit het Westblok, want de teksten
zijn Nederlands.

Slide 7 - Slide

Opdracht-1
d.
stap 4: Met welke twee grote veranderingen heeft de spotprent te maken?
□ Met de Duitse eenwording.
Met glasnost.
□ Met de wapenwedloop.
Met perestrojka.

Slide 8 - Slide

Opdracht-1
e.
stap 5: Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen? Onderstreep de juiste woorden.
Veranderingen zoals perestrojka zijn goed / slecht. Maar mensen willen vooral voedsel / wapens. Dat was er toen wel / niet.

Slide 9 - Slide

Opdracht-1
e.
stap 5: Wat wil de tekenaar met deze spotprent zeggen? Onderstreep de juiste woorden.
Veranderingen zoals perestrojka zijn goedslecht. Maar mensen willen vooral voedselwapens. Dat was er toen wel / niet.

Slide 10 - Slide

Opdracht-2
a.
Maak de tekst kloppend. (stap 2)
Op de tekening staan drie leeuwen. Ze heten .................................en.............
De leeuwen bedreigen / beschermen de twee figuren in het midden. Die twee figuren heten ......... en .............

Slide 11 - Slide

Opdracht-2
a.
Maak de tekst kloppend. (stap 2)
Op de tekening staan drie leeuwen. Ze heten onrust , rellen en stakingen.
De leeuwen bedreigen / beschermen de twee figuren in het midden. Die twee figuren heten perestrojka en glasnost.

Slide 12 - Slide

Opdracht-2
b.
Welke figuur op de tekening heeft ‘glasnost’ en ‘perestrojka’ voor de leeuwen gegooid? Leg je
antwoord uit. (stap 2 en stap 4)
 

Slide 13 - Slide

Opdracht-2
b.
Welke figuur op de tekening heeft ‘glasnost’ en ‘perestrojka’ voor de leeuwen gegooid? Leg je
antwoord uit. (stap 2 en stap 4)
(Keizer) Gorbatsjov, want hij kwam met het idee van perestrojka en glasnost.

Slide 14 - Slide

Opdracht-2
c.
Onderstreep de juiste woorden. (stap 5)
De tekenaar van de prent is positief / negatief over Gorbatsjov. Hij vindt namelijk dat Gorbatsjov perestrojka en glasnost wel / niet beschermt.

Slide 15 - Slide

Opdracht-2
c.
Onderstreep de juiste woorden. (stap 5)
De tekenaar van de prent is positief / negatief over Gorbatsjov. Hij vindt namelijk dat Gorbatsjov perestrojka en glasnost wel / niet beschermt.

Slide 16 - Slide

Opdracht-3
a.
Hoe kun je weten dat deze spotprent is gemaakt tussen 1985 en 1989? Geef twee argumenten. (stap 1)
1.
2.

Slide 17 - Slide

Opdracht-3
a.
Hoe kun je weten dat deze spotprent is gemaakt tussen 1985 en 1989? Geef twee argumenten. (stap 1)
1. Vanaf 1985 was er perestrojka.
2. Tot 1989 hielden de leiders
van Oost-Duitsland perestrojka
(verandering) tegen.

Slide 18 - Slide

Opdracht-3
b.
Kies het juiste antwoord. Wat wil de tekenaar duidelijk maken? (stap 5)

A Perestrojka moet worden tegengehouden.
B Perestrojka is niet meer tegen te houden.
C Oost-Duitse leiders hebben steun nodig.
D Perestrojka is welkom in Oost-Duitsland.

Slide 19 - Slide

Opdracht-3
b.
Kies het juiste antwoord. Wat wil de tekenaar duidelijk maken? (stap 5)

A Perestrojka moet worden tegengehouden.
B Perestrojka is niet meer tegen te houden.
C Oost-Duitse leiders hebben steun nodig.
D Perestrojka is welkom in Oost-Duitsland.

Slide 20 - Slide

Opdracht-4
a.
Tot 1991 stonden de hamer en de sikkel op de
vlag van de Sovjet-Unie. Waar staan de gebroken hamer en sikkel symbool voor? (stap 2)
 

Slide 21 - Slide

Opdracht-4
a.
Tot 1991 stonden de hamer en de sikkel op de
vlag van de Sovjet-Unie. Waar staan de gebroken hamer en sikkel symbool voor? (stap 2)
De gebroken hamer en sikkel staan voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Slide 22 - Slide

Opdracht-4
b.
Vergelijk HB bron 4 met HB bron 2. Noem één overeenkomst tussen de figuren op beide spotprenten. (stap 2)
 

Slide 23 - Slide

Opdracht-4
b.
Vergelijk HB bron 4 met HB bron 2. Noem één overeenkomst tussen de figuren op beide spotprenten. (stap 2)
Op beide spotprenten staat Gorbatsjov en is hij een toeschouwer (zonder invloed op de gebeurtenissen).

Slide 24 - Slide

Opdracht-5
a.
Met wat voor soort figuur wordt Gorbatsjov op het T-shirt vergeleken? (stap 2)
 

Slide 25 - Slide

Opdracht-5
a.
Met wat voor soort figuur wordt Gorbatsjov op het T-shirt vergeleken? (stap 2)
Met Batman, een stripheld/
superheld.

Slide 26 - Slide

Opdracht-5
b.
Met welke twee grote veranderingen heeft de spotprent te maken? (stap 4)
□ Met de Duitse eenwording.
□ Met perestrojka.
□ Met de wapenwedloop.
□ Met de ontwapening.

Slide 27 - Slide

Opdracht-5
b.
Met welke twee grote veranderingen heeft de spotprent te maken? (stap 4)
□ Met de Duitse eenwording.
□ Met perestrojka.
□ Met de wapenwedloop.
□ Met de ontwapening.

Slide 28 - Slide

Opdracht-5
c.
Wat wil de maker van dit T-shirt duidelijk maken? (stap 5)

Slide 29 - Slide

Opdracht-5
c.
Wat wil de maker van dit T-shirt duidelijk maken? (stap 5)
De maker toont aan dat de veranderingen in Oost-Europa vooral door Gorbatsjov kwamen.

Slide 30 - Slide

Opdracht-6a
Gebruik HB bron 1 tot en met 5. Zet de bronnen hieronder in de juiste
chronologische volgorde. (stap 1)
A HB bron 1.
B HB bron 3.
C HB bron 4.
D HB bron 5.
De juiste volgorde is: A, B, D, C.

Slide 31 - Slide

Opdracht-6 
b.
Welke tekenaars hebben deze spotprenten gemaakt? Twee antwoorden zijn goed. (stap 3)
□ Tekenaars uit het Oostblok.
□ Tekenaars uit de Sovjet-Unie.
□ Tekenaars uit de Verenigde Staten.
□ Tekenaars uit West-Europa.

Slide 32 - Slide

Opdracht-6 
c.
Zijn alle bronnen positief over Gorbatsjov?
Leg je antwoord uit. (stap 5)
Nee, HB bron 2 is bijvoorbeeld negatief over Gorbatsjov.

Slide 33 - Slide

Huiswerk
PO - Hfd.5 (11 juni inleveren)

H5.6 | Nederland als bondgenoot van de Verenigde Staten
blz. 128 t/m 131
Maken opdrachten 1 t/m 8


Slide 34 - Slide