Welke drie veranderingen kunnen krachten aan een voorwerp geven?
1 / 26
next
Slide 1: Open question
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Welke drie veranderingen kunnen krachten aan een voorwerp geven?
Slide 1 - Open question
De eenheid van kracht is
A
meter
B
F
C
Newton
D
power
Slide 2 - Quiz
De massa van de steen is 250 g. De krachtenschaal is 1 cm ≡ 1 N. Hoe groot is de pijl die je zou moeten tekenen?
A
2,5 cm
B
0,25 cm
C
25 cm
D
0,025 cm
Slide 3 - Quiz
De punt op de steen is het aangrijpingspunt. Welke kant zou de pijl op getekend moeten worden?
A
naar boven
B
naar rechts
C
naar beneden
D
naar links
Slide 4 - Quiz
Wat lees je op de schaalverdeling van een krachtmeter af?
A
de grootte van de kracht
B
de kracht op de veer
C
de meetafstand
D
het meetbereik
Slide 5 - Quiz
Bereken in de situatie hiernaast de nettokracht. Fnetto =
Slide 6 - Open question
De richting van de nettokracht is naar
A
links
B
rechts
C
boven
D
beneden
Slide 7 - Quiz
Waar is de kracht van de schaar het grootst: bij A of bij B?
A
A
B
B
Slide 8 - Quiz
Om het geheel in evenwicht te houden hangt aan de andere kant van de cabine een contragewicht op een veel kleinere afstand van de cabine. Wat geldt in deze situatie voor de massa van het contragewicht?
A
Deze is kleiner dan 1550 kg.
B
Deze is gelijk aan 1550 kg.
C
Deze is groter dan 1550 kg.
Slide 9 - Quiz
De takel draagt een last van 1200 N. Hoe groot is de trekkracht Fh bij de getekende takel?
A
400 N
B
600 N
C
1200 N
D
2400 N
Slide 10 - Quiz
Bij de takel op het plaatje wordt 9 m touw in gehaald. Hoeveel meter gaat de last omhoog?
A
3 m
B
4,5 m
C
6 m
D
9 m
Slide 11 - Quiz
Het vliegtuig doet er één minuut over om op te stijgen van de startbaan. Daarbij legt het vliegtuig een afstand af van 2100 m. Bereken de gemiddelde snelheid van het vliegtuig op de startbaan.
Slide 12 - Open question
De auto op de foto rijdt met een constante snelheid van 25 m/s. Hoe groot is de snelheid van de auto in km/h?
Slide 13 - Open question
Hoe heet het kleinste deeltje van een stof met alle eigenschappen van die stof?
A
Atoom
B
Kristal
C
Molecuul
Slide 14 - Quiz
Waaruit bestaat een molecuul?
A
Uit andere moleculen
B
Uit atomen
C
Uit kristallen
Slide 15 - Quiz
vloeibaar
vast
gas
Slide 16 - Drag question
Je gaat ijs verwarmen. In welke volgorde komen de faseovergangen dan voor?
A
eerst smelten, dan condenseren
B
eerst smelten, dan stollen
C
eerst smelten, dan verdampen
D
eerst verdampen, dan condenseren
Slide 17 - Quiz
Waarop let een ontwerper bij de keuze van het materiaal?
A
de eigenschappen van het materiaal
B
elektrische geleiding en roestwerend
C
goedkoop en licht in gewicht
Slide 18 - Quiz
Je helpt met het schoonmaken en opruimen van de keuken. Waar laat je de aardappelschillen? Gebruik de tabel Klein chemisch afval, groente-, fruit- en tuinafval en recycling in BINAS 27
A
KCA
B
GFT
C
Plastic
D
Papier
Slide 19 - Quiz
Je helpt met het schoonmaken en opruimen van de keuken. Waar laat je het broodrooster dat kapot is? Gebruik de tabel Klein chemisch afval, groente-, fruit- en tuinafval en recycling in BINAS 27
A
GFT
B
Papier
C
KCA
D
Plastic
Slide 20 - Quiz
Welke van de volgende kenmerken is een stofeigenschap?
A
gewicht
B
lengte
C
smeltpunt
D
temperatuur
Slide 21 - Quiz
Een water ijsje ligt op tafel in de zon. Wat gebeurt met de snelheid van de moleculen tijdens het smelten?