This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.2 Zenuwcellen en zenuwen
5.3 Het ruggenmerg
Slide 1 - Slide
Wat weten jullie nog van gisteren
Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
Wat is een prikkel en een impuls?
Welke 3 typen zenuwcellen waren er?
Slide 2 - Slide
Zenuwen
Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw. Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje. Om een zenuw zit bindweefsel
Slide 3 - Slide
Zenuwen
1 impuls wordt nooit via 1 uitloper geleid.
meerdere impulsen worden door duizenden uitlopers tegelijk geleid
Alle uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw
Slide 4 - Slide
De zenuwen
Zenuw = veel uitlopers zenuwencellen bij elkaar
Impulsen gaan door zenuwen
worden doorgegeven aan het centrale zenuwstelsel
Isolerende laag: zorgt ervoor dat de impulsen binnen de uitloper blijven
Slide 5 - Slide
3 typen zenuwen
Gevoelszenuw: met alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuw: met alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
Gemengde zenuw: met uitlopers van én gevoelszenuwcellen én bewegingszenuwcellen
Slide 6 - Slide
Ruggenmerg
Centraal zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg
Alle gewervelde dieren hebben een wervelkolom
Opening tussen de wervels = wervelkanaal
Ruggenmerg loopt door het wervelkanaal
Ruggenmerg begint bij de hersenstam en eindigt bij de lendenwervels onderaan de rug
Slide 7 - Slide
Grijze en witte stof
Grijze stof liggen de Cellichamen
Witte stof liggen de Uitlopers
Zenuwknoop=verdikking waar de cellichamen van de gevoelszenuwcellen liggen
Slide 8 - Slide
Een zenuw is een bundel van uitlopers van zenuwcellen