2MH-week46_les2_voltooid deelwoord/Wörter abfragen

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 
  • te gaan zitten
  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in je tas
  • laptop gesloten op tafel
  • boek/schrift/pen op tafel
timer
3:00

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?



  • Wörter abfragen
  • Aufgaben kontrollieren
  • Selbständig arbeiten
  • Abschluss/Hausaufgaben

Slide 3 - Slide

Am Ende der Stunde........
kan je het voltooid deelwoord van een werkwoord in het Duits benoemen, doordat je de opdrachten maakt.

Slide 4 - Slide

Schreibe die Wörter: erst Niederländisch und danach die 
übersetzung. Let op de hoofdletters!
  • werken
  • tegen
  • trots
  • het meer
  • de wedstrijd
  • ongeveer
  • de zin
  • misschien
  • de plaats
  • de vakantie
  • jammer
  • verstaan
  • arbeiten
  • gegen
  • stolz
  • der See
  • der Wettkampf
  • etwa
  • die Lust
  • vielleicht
  • der Platz
  • die Ferien
  • schade
  • verstehen
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Wörter abfragen
  • werken
  • tegen
  • trots
  • het meer
  • de wedstrijd
  • ongeveer
  • de zin
  • misschien
  • de plaats
  • de vakantie
  • jammer
  • verstaan

Slide 6 - Slide

Hoe maak je het Duitse voltooid deelwoord?
  •  Hele zwakke werkwoord
  • -en
  •  Wat plak je voor de stam?
  • -ge
  •  Wat plak je achter de stam?
  •  -t
  •  - spielen ge + stam + t
  •  - spielen ge + spiel + t = gespielt

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren
  • t

Slide 8 - Slide

  • wohnen
  • lachen
  • suchen 
  • spiel
  •  lach
such
  •  
  • gespielt
  • gewohnt 
  • gesucht 

Slide 9 - Slide

  •  gespielt
  •  getanzt
  •  gezeigt
  •  gemacht
  •  gewesen

Slide 10 - Slide

  • gewesen
  • gemacht
  • gespielt
  • gehabt
  • geboxt
  • gewohnt
  • geklettert
  • gemacht
  • gefragt

Slide 11 - Slide

Selbständig arbeiten
  • Wat: Boek: opdracht 1, 2, 3, 5 op bladzijde 20/21/22
Opdracht 1: Schrijf de juiste vorm van het modale hulpwerkwoord op.
Opdracht 2: Vertaal de woordjes
opdracht 3: Zoek het hele werkwoord bij het plaatje en zet het in de puzzel
opdracht 5: Schrijf de vertaling van A of B. 

  • Hulp: Opdracht 1, bladzijde 12, Grammatik A 
  • opdracht 2 woordjes Lektion 3 op bladzijde 45
  • opdracht 3 gebruik het Bildwörterbuch bovenaan de blz.
  • opdracht 5 bladzijde 22, gebruik de redemittel op bladzijde 45

  • Hoe: De eerste 5 minuten niet praten, daarna fluisteren en vragen.

  • Klaar: Test jezelf Kapitel 4.2
timer
5:00
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Was hast du heute gelernt?

Hoe maak je het voltooid deelwoord van: spielen, suchen, klettern en sein?

Slide 13 - Slide

Hausaufgaben

Lernen: Wörter Lektion 1+2 blz. 44 N-D en N-D

Slide 14 - Slide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren
  • na startsignaal: inpakken
  • wel blijven zitten - stil
  • dan sluit ik de les af!
  • dan: klaar :)
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Tschüss

Slide 16 - Slide