Les 20 - §5.3 Internationale samenwerking

5.3 Internationale samenwerking
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

5.3 Internationale samenwerking

Slide 1 - Slide

Planning
Lesuur 1
  •  Verenigde Naties

Lesuur 2
  • Europese eenwording

Lesuur 3
  • Verwerken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen: je leert...
  • de Europese en internationale samenwerking herkennen en beschrijven.

Slide 3 - Slide

Werken met LessonUp
Aantekening voor het examen
Opdracht
Meer informatie
Bronnen
Je mag je device gebruiken
Je mag samenwerken
Je moet je oortjes gebruiken
Je werkt zelfstandig
Examenvraag
Je werkt in stilte

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Verenigde Naties (VN)
  1. De Verenigde Naties werden opgericht om de wereldvrede te bewaren.
  2. De belangrijkste beslissingen binnen de VN worden genomen door de Veiligheidsraad met daarin:
  • 10 wisselende landen om de twee jaar en 5 vaste landen: GB, Fra, de SU (nu Rusland), de VS en China met vetorecht = een beslissing tegenhouden.



Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Van EGKS naar Europese Unie - 1
  • In de EGKS gaan 6 Europese landen economisch samenwerken. EGKS = Europese gemeenschap voor kolen en staal.
  • 6 landen zijn: Frankrijk. BRD (West-Duitsland), Nederland, België, Luxemburg, Italië.
  • Als Frankrijk en Duitsland (BRD) dus samen gingen werken zou een nieuwe oorlog tussen beide voorkomen kunnen worden.

Slide 9 - Slide

Van EGKS naar Europese Unie - 1
De EEG/EG wordt in 1967 opgericht.
  • Is de uitbreiding van de EGKS
  • Staat voor Europese Gemeenschap
  • Alle goederen en handelsproducten mochten vrij worden vervoerd (binnen de landen die lid zijn)
  • Steeds meer landen sluiten zich aan bij de EG (bijvoorbeeld Engeland)

1993: Europese Unie (verdrag van Maastricht)


Slide 10 - Slide

Examenvraag
Opdracht
Examenvraag

Slide 11 - Slide

Examenvraag 2021 - I
Opdracht
Examenvraag

Slide 12 - Slide


Examenvraag
Opdracht
Je mag je device gebruiken
Je werkt zelfstandig.
Je werkt in stilte

Slide 13 - Open question

Examenvraag 
Opdracht
Examenvraag

Slide 14 - Slide