deviant thema 3 natuur woordenschat oefenen

Thema 3 - Natuur 
Woordenschat
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 3 - Natuur 
Woordenschat

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

uitsterven is.............

Slide 5 - Open question

de vervuiling
de luchtvervuiling

Slide 6 - Slide

vegetarisch
uitsterven

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

het seizoen
het regenwoud

Slide 9 - Slide

de natuur
het milieu

Slide 10 - Slide

de natuur
het milieu

Slide 11 - Slide

het landschap
het klimaat

Slide 12 - Slide

het landschap
het klimaat

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

recyclen
de oceaan

Slide 15 - Slide

biologisch
de afvalscheiding

Slide 16 - Slide

Wat betekent het volgende woord?
Het landschap
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 17 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het Klimaat
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 18 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Recyclen
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Afvalscheiding
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 20 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Vegetarisch
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 21 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het seizoen
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
Het ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 22 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Het milieu
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 23 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Biologisch
A
Apart inzamelen van afval
B
Op een natuurlijke manier gemaakt
C
Het soort weer van een land
D
Hoe een stuk land eruitziet

Slide 24 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De natuur
A
Alle grond, lucht en water om ons heen
B
Alles wat niet door mensen is gemaakt
C
Een grote zee tussen twee oceanen
D
Opnieuw gebruiken

Slide 25 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
Uitsterven
A
Een groot bos in een warm gebied op aarde
B
Een van de vier delen van het jaar
C
ophouden te bestaan van een plant of dier
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 26 - Quiz

Wat betekent het volgende woord?
De vervuiling
A
Het vies worden
B
Iets opvullen
C
De voorspelling hoe het weer zal zijn
D
Waar geen vlees of vis in zit

Slide 27 - Quiz