EC6_Personeel en slavernij

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo
• Leerjaar 1

EC6_Personeel en slavernij

Leerdoelen:

• Je weet wat slavernij is en waarom dit vroeger werd gebruikt. 
• Ik weet wat werkgelegenheid is en kan manieren opnoemen waarom die kan groeien of dalen.
• Ik weet wat het UWV is en wat de taken van het UWV zijn.
  
• Ik weet wanneer iemand werkloos is.
  
• Ik ken 4 verschillende soorten werkloosheid.  

Tot 1863 hadden wij in Nederland officieel slavernij

• Slavernij betekent dat in een land een mens een bezit is van een ander mens
• Als je een slaaf had dan was dit letterlijk je eigendom 
• Je kon vroeger dus met je slaaf doen en laten wat je wou.
• Vroeger werden slaven vooral  in de Nederlandse koloniën gebruikt.
• Deze mensen kon je namelijk net zolang laten werken als je als eigenaar wou.
• Ze waren goedkoop, omdat je alleen maar eten en drinken hoefde te geven, met een  hutje. 

Groen waren koloniën van Nederland 

• Slavernij bestond omdat:
• Het goedkoop was
• Je  geen rekening hoeft te houden met de wensen van de slaaf
• Slavernij werd afgeschaft want:
• Het was heel wreed 
• In veel landen werd tussen 1780 en 1900 slavernij afgeschaft. 
• In Mauritanië werd als laatste in 1981 slavernij afgeschaft. 

Bestaat slavernij niet meer in de wereld?

1. Gelukkig niet
2. Helaas wel

Veel mensen in Nederland hebben een baan.

• Dit hebben ze omdat ze geld willen verdienen of/en het leuk vinden om te werken.
• In Nederland zijn er erg veel banen. Daarom komen er ook mensen uit het buitenland in Nederland werken. 
• Het aantal banen dat we in een land hebben noemen we werkgelegenheid. 

Wanneer zou de werkgelegenheid stijgen in een land?

1. De werkgelegenheid stijgt wanneer een bedrijf groter wordt
2. De werkgelegenheid stijgt wanneer een bedrijf kleiner wordt
3. De werkgelegenheid stijgt als een bedrijft stopt
4. De werkgelegenheid stijgt als er een nieuw bedrijf wordt opgericht

Toch hebben sommige mensen in Nederland geen baan. Dit komt doordat:

• Deze mensen niet willen werken.
• Deze mensen niet zijn opgeleid in een baan, waar bedrijven naar zoeken.
•  Deze mensen zijn ontslagen en hebben tijd nodig om een nieuwe baan te vinden.

Als je niet werkt kun je werkloos zijn.

Je bent werkloos als je:

• Geen betaald werk doet (en dit wel wil doen).
• Opzoek bent na werk
• Tussen de 15 en 67 jaar oud bent.
• Al deze 3 dingen moeten gelden, om werkloos te zijn.

Je werkt en verdient €3.500 euro per maand. Nu word je ineens ontslagen, want het bedrijf waar je voor werkt heeft je niet meer nodig. Wat nu???

1. Nu word je zwerver als je niet snel nieuw werk vindt
2. Nu kun je tijdelijk geld krijgen van de overheid
3. Nu geeft de overheid je een nieuwe baan en deze baan moet je aannemen

Als jij je baan verliest:

• Krijg je een uitkering, zodat je tijd hebt om een nieuwe baan te vinden.
• Een uitkering is een geldbedrag dat je van de overheid krijgt.
• De uitkering is 70% van je laatst verdiende loon.  
• Deze uitkering is wel tijdelijk. 
• Als je echt geen baan kunt vinden kun je een bijstandsuitkering krijgen, maar het geld wat je krijgt is weinig en hier kun je niet lekker van leven.

Zo krijg je een uitkering:

• Wanneer je ontslagen bent geef je dit aan bij het UWV.
• Dit is een organisatie van de overheid die de uitkeringen uitbetaalt. 
• Zij helpen je ook met het zoeken naar een nieuwe baan.

Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Je hebt: 

• Geregistreerde werkloosheid
  
• Verborgen werkloosheid
  
• Tijdelijke werkloosheid
  
• Langdurige werkloosheid

Geregistreerd of verborgen:

• Je bent geregistreerd werkloos, wanneer je geen baan hebt, en bij het UWV staat ingeschreven als iemand die werkloos is. 
• Je bent verborgen werkloos als je niet bij het UWV staat ingeschreven.  

Tijdelijk of langdurig werkloos

• Mensen zijn tijdelijk werkloos, als ze minder dan een jaar werkloos zijn, doordat ze bijvoorbeeld van baan wisselen.

• Mensen zijn langdurig werkloos wanneer ze 1 jaar of langer geen werk hebben. Dit komt doordat ze geen nieuwe baan kunnen vinden.