probeer de quizvragen in 1x goed te beantwoorden, het is geen wedstrijd.
denk goed na bij de open vragen en zorg dat ik dat kan merken aan je antwoorden.
Veel succes!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 4, De Barmhartige Samaritaan
bekijk alle filmpjes en lees de teksten goed door
probeer de quizvragen in 1x goed te beantwoorden, het is geen wedstrijd.
denk goed na bij de open vragen en zorg dat ik dat kan merken aan je antwoorden.
Veel succes!
Slide 1 - Slide
Gelijkenissen van Jezus
Als Jezus de mensen les gaf, vertelde Hij vaak gelijkenissen. Jezus maakt in zijn verhalen gebruik van heel gewone dingen: een schaap, dat weggelopen is, een visser die een net uitgooit, een boer die zijn land inzaait, enzovoort.
Slide 2 - Slide
Wat is een gelijkenis?
Een gelijkenis is een verhaal
over een alledaagse situatie,
met een verrassende wending
en een verborgen boodschap.
Alleen de mensen die echt over het verhaal willen nadenken, vinden de verborgen boodschap en gaan het begrijpen.
Slide 3 - Slide
Wat is de bedoeling ervan?
De boodschap wil jou veranderen, bijvoorbeeld:
Wat je doet
Wat je denkt
Wat je overtuiging is
Slide 4 - Slide
Welke kenmerken heeft een gelijkenis?
A
het is een verhaal over schapen
B
het is een verhaal met een vraag
C
het is een verhaal met een boodschap
D
het is een onbegrijpelijk verhaal
Slide 5 - Quiz
Waarom 'verpakt' Jezus zijn boodschap in een gelijkenis?
A
Jezus wil graag geheimzinnig doen
B
alleen wie het écht wil, vindt de betekenis
C
Jezus houdt van verhalen vertellen
D
alle drie zijn waar
Slide 6 - Quiz
Iemand die 'barmhartig' is......
A
kan het niks schelen
B
heeft een zwak hart
C
heeft liefde voor zijn medemens
D
hoeft geen betaling
Slide 7 - Quiz
Eerst dit:
Je ziet eerst een grappig filmpje over de gelijkenis;
daarna wordt er iets gezegd over de hoofdpersonen;
en dan maak je een paar vragen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat doet een priester?
A
hij moet de mensen vertellen wat God wil
B
hij brengt voor de mensen offers aan God
C
Hij bidt voor de mensen tot God
D
alle drie zijn waar
Slide 12 - Quiz
Waar komt het woord 'Leviet' vandaan?
A
Ze zijn familie van Levi , één van de 12 zonen van Jacob
B
Het is een ander woord voor Priesters
C
Zo heten de mensen die helpen in de tempel
D
Alle drie zijn waar
Slide 13 - Quiz
Wat is een Samaritaan?
A
dat is iemand die niet in God gelooft
B
iemand die de joodse wet maar half houdt
C
het zijn dieven en rovers
D
alle drie zijn waar
Slide 14 - Quiz
Wie worden bedoeld met 'de naaste'?
A
mensen die in je buurt wonen
B
je volksgenoten
C
je vijanden
D
je medemensen
Slide 15 - Quiz
En nu dit:
We lezen het verhaal vanuit de Bijbel
en daarna maken we de vragen.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Waarom vroeg de wetgeleerde aan Jezus hoe hij eeuwig leven kon krijgen?
A
Hij kende de Bijbel niet zo goed
B
hij was nieuwsgierig wat Jezus zou zeggen
C
Hij hoopte dat Jezus iets fouts zou zeggen
D
alle drie zijn waar
Slide 19 - Quiz
Wat is het alledaagse in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan?
A
Dat de jood halfdood wordt achtergelaten
B
Dat hij geen hulp krijgt van priester en leviet
C
Dat hij hulp krijgt van een vijand
D
A en B zijn waar
Slide 20 - Quiz
Wat is het bijzondere in deze gelijkenis?
A
Dat die man halfdood wordt achtergelaten
B
Dat hij geen hulp krijgt van priester en leviet
C
Dat hij wel hulp krijgt van een vijand
D
B en C zijn waar
Slide 21 - Quiz
Wat is de boodschap van deze gelijkenis?
A
Pas goed op jezelf als je op reis gaat
B
Heb je naaste lief, zelfs als het je vijand is
C
Zorg vooral goed voor je volksgenoten
D
Priesters en Levieten zijn niet te vertrouwen
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Moesten de priester en de Leviet de gewonde man helpen volgens de wet?
A
nee, want het gaat in de wet over ezels
B
nee, want het gaat in de wet over vijanden
C
nee, want ze zouden onrein worden als ze een bloedend iemand aanraken
D
ja, want wat voor ezels en vijanden geldt, geldt zeker voor volksgenoten
Slide 24 - Quiz
Denkvraag: Heb jij iemand waar je echt een hekel aan hebt? Wat vind je er van dat je toch van die persoon moet houden, volgens Jezus?