Structuur

TEKENEN
1mh2
Juni 2020
1 / 25
next
Slide 1: Slide
TekenenMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

TEKENEN
1mh2
Juni 2020

Slide 1 - Slide

Beeldaspect
Structuur/textuur

Slide 2 - Slide

In de beeldende kunst werken we met BEELDASPECTEN:


STRUCTUUR - KLEUR - LICHT - RUIMTE - COMPOSITIE - VORM - TEXTUUR



De komende opdrachten gaan over STRUCTUUR. 


Wat is STRUCTUUR eigenlijk?

Slide 3 - Slide

STRUCTUUR

STRUCTUUR ontstaat door een herhaling van vormen en/of lijnen. 

Hierdoor ontstaat vaak een PATROON. 

We noemen een STRUCTUUR soms ook TEXTUUR. 


We kunnen met deze herhaling spelen d.m.v.

1- afstand tussen de vormen/lijnen

    2- grootte van de vormen/lijnen

        3- afwisseling in vormen/lijnen

            4- dikte van de vormen/lijnen

                5- richting van de vormen/lijnen

                     enz.

Slide 4 - Slide

1.- Structuur door afstand tussen de vormen/lijnen


Slide 5 - Slide

2.- Structuur door grootte van de vormen/lijnen


Slide 6 - Slide

3.- Structuur door afwisseling in vormen/lijnen


Slide 7 - Slide

4.- Structuur door dikte van de vormen/lijnen


Slide 8 - Slide

5.- Structuur door richting van de vormen/lijnen


Slide 9 - Slide

Kun je zien hoe het voelt?
QUIZTIME!

Slide 10 - Slide

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 11 - Quiz

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 12 - Quiz

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 13 - Quiz

Kun je zien hoe deze textuur voelt?
A
Zacht
B
Ruw
C
Stekelig
D
Bobbelig

Slide 14 - Quiz

Texturen zijn...
...eigenschappen van voorwerpen die je kunt zien en voelen. Een ritme in vorm wat steeds terugkomt.
(Herhaling van vormen)

Voorbeelden: Ribbelig, bobbelig, stekelig, harig, fluwelig, glad, hard, zacht

Slide 15 - Slide

Stofuitdrukking
Je kunt een bestaande structuur namaken in een ander materiaal

Dat kan bijvoorbeeld door te 
- tekenen
- schilderen
- boetseren
- beeldhouwen

Een in een ander materiaal nagemaakte textuur heet de stofuitdrukking van die textuur. 

Slide 16 - Slide

OPDRACHT A
Je gaat nu zelf op zoek naar bestaande structuren.
1-. Zoek op intenet 10 foto's van verschillende soorten structuren. Aan de plaatjes moet je kunnen zien hoe het afgebeelde oppervlak aanvoelt. (Voorbeeld: leer, vachten, haar, stekels etc.)

2-. Kopieer de plaatjes en plak het in een nieuwe dia van je Kunst Portfolio Tekenen.

3-. Plak de plaatjes (foto's) van zacht naar hard in twee rijen boven elkaar, van 5 foto's elk.

4 . Orden afbeeldingen met zachte oppervlakken (wollig, pluizig) leg je links-boven, afbeeldingen van harde oppervlakken (glad, stekelig) komen steeds verder naar beneden-rechts. Probeer een mooie overgang te maken van zacht  naar hard . 
 

Slide 17 - Slide

Beoordeling
  • Variatie in texturen.
  • Hele vlakje gevuld met de textuur (geen tekst of egale achtergrond).
  • Vloeiende overgang van texturen van zacht naar hard.
  • Netjes gekopieerd! 
  • Netjes geplakt!
  • Titelbalk met opdrachtnaam en datum.

Slide 18 - Slide

OPDRACHT B
Structuren kopieren en zelf bedenken
1. Teken een rechthoek van 10x15 cm. Verdeel deze in vierkantjes van 5x5 zoals het voorbeeld.

2. Teken in de linkerkolom 3 structuren na van opdracht A, in de rechterkolom teken je 3 zelfbedacht structuren. Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. 

3. Je gebruikt direct een fineliner
Je schetst dus niet eerst met je potlood!

Slide 19 - Slide

Beoordeling
  • Variatie in texturen.
  • Hele vlakje gevuld met de textuur (geen witte stukken).
  • Goed kijken naar je plaatjes (van internet) in de vorige dia.
  • Origineel zelf bedacht in de rechterkolom.
  • Netjes en zorgvuldig gewerkt met fineliner.
  • Titelbalk met opdrachtnaam en datum.

Slide 20 - Slide

Opdracht C

Slide 21 - Slide

Opdracht C - creepy creature
We maken gezamenlijk een enorm wezen met allerlei gekke texturen. 

1. teken de omtrek van jouw gedeelte van het wezen. Hij loopt van links naar rechts of van boven naar beneden, of in een bocht. Hij is dun of dik, heeft pootjes of niet, of misschien vleugeltjes? Als het maar op je blad past en textuur heeft! De afstand van de lijnen aan de rand is wel vast, anders past het wezen niet aan de rest van zijn lijf. 

2. vul jouw gedeelte van het wezen in met verschillende texturen. Is zijn huid harig, stekelig, hobbelig, bobbelig, ruw of anders? Denk aan herhaling in grootte, afstand, dikte en richting. 

3. Gebruik fineliner. 

Slide 22 - Slide

3 cm
3 cm
7 cm
7 cm
3 cm
3 cm
7 cm
7 cm
X
X
X
Sophie B.
Charlotte
Britt S. 
Mats B.
Annefleur
 v. D.
River v D.
Roos H.    Roaveon
Ben P.
Jayden R.
Rames S.
Erfan S.
Björn vd S.
Sonia C.R.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Beoordeling
  • Variatie in texturen.
  • Hele wezen gevuld met de textuur (geen witte stukken).
  • Originele texturen.
  • Hoe meer detail, hoe beter.
  • Netjes en zorgvuldig gewerkt met fineliner.
  • Voornaam, Achternaam en klas, rechtsonderin.
  • Duidelijke foto in je KunstPortfolio (Titelbalk met opdrachtnaam en datum).

Slide 25 - Slide