- waar je op moet letten bij het presenteren van je winkel
- welke onderdelen het presentatieplan kent
- hoe je het AIDA model kan inzetten
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MarketingMBOStudiejaar 2
This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Wat gaan we leren?
Aan het eind van de les weet je:
- wat de definitie van commerciële presentatie is
- waar je op moet letten bij het presenteren van je winkel
- welke onderdelen het presentatieplan kent
- hoe je het AIDA model kan inzetten
Slide 1 - Slide
Wat is de definitie van commerciële presentatie?
Slide 2 - Slide
Commerciële presentatie
Het op een aantrekkelijke manier zichtbaar maken van je winkelformule en je artikelen voor potentiele klanten, zodat de kans op verkoop het grootst is.
Ook wel visual merchandising genoemd
Je zal dus duidelijk in je communicatie moeten zijn
Slide 3 - Slide
Winkelpresentatie
Belangrijkste onderdelen
Winkelsfeer
Winkelfunctie
Slide 4 - Slide
Winkelpresentatie
Moet:
... opvallend zijn
... aantrekkelijk zijn
... aanzetten tot actie
... consistent zijn
... passen bij de doelgroep
Attentiewaarde!
Slide 5 - Slide
Huisstijl
Karakteristiek beeld waarmee je je onderscheid
Kleur speelt daarbij een belangrijke rol
Elke kleur heeft zijn eigen betekenis!
Slide 6 - Slide
timer
1:00
Leg uit wat er bedoeld wordt met alle waarnemingen van een klant
Slide 7 - Mind map
Definitie van een goed logo
herkenbaarheid
leesbaarheid
originaliteit
functionaliteit
Slide 8 - Slide
1................
2................
3................
4................
5................
6................
Welke logo's herkennen we?
Slide 9 - Slide
Welke onderdelen vallen onder het winkelexterieur
A
productpresentatie
routing
etalage
entree
B
winkelomgeving
gevel
etalage
entree
C
winkelindeling
gevel
etalage
entree
D
routing
schappenplan
etalage
entree
Slide 10 - Quiz
Opdracht
Bedenk wat jouw stagebedrijf doet om de winkelformule en de artikelen op een aantrekkelijke manier zichtbaar te maken, zodat de kans op verkoop het grootst is.
Schrijf op:
2 die te maken hebben met het interieur
2 die te maken hebben met het exterieur
timer
2:00
Slide 11 - Slide
Presentatieplan
In dit plan beschrijf je hoe de hele winkel eruit moet zien:
- Onderdelen:
--> frontpresentatieplan
--> schappenplan
--> displayplan
--> actieplan
Slide 12 - Slide
Welk onderdeel van het presentatieplan heeft betrekking op het winkelexterieur?
A
Frontpresentatieplan
B
Schappenplan
C
Displayplan
D
Actieplan
Slide 13 - Quiz
Frontpresentatieplan
Buitenkant van de winkel aantrekkelijk maken:
etalage
entree
buiten
Doel/artikelen/presentatievorm/
planning & organisatie
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Presentatie <---> consument
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
00:00
Voor welke doel kan je het AIDA- model gebruiken?
A
Om te bepalen in welke fase van de levenscyclus een artikel zich bevind
B
om te bepalen welke onderdelen je in het presentatie moet opnemen om het rendement te verhogen
C
om te bepalen welke stappen je in een promotiecampagne moet nemen zodat je doelgroep tot aankoop overgaat
Slide 18 - Quiz
00:00
AIDA
Slide 19 - Mind map
Tekst
Tekst
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wat betekent Remodelling?
A
Een duurdere uitstraling maken van je winkel
B
Een goedkopere uitstraling maken van je winkel
C
Nieuwe presentatie meubels plaatsen etc.
D
Het helemaal opnieuw vormgeven van de winkel
Slide 25 - Quiz
Slide 26 - Slide
Wat is een voorbeeld van Complementaire producten
A
Tandenborstel en tandpasta
B
lucifers en een aansteker
C
Dartboard en dartpijltjes
D
Alle voorgaande antwoorden
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
27. Welke soort routing vind je meestal in een supermarkt
A
Gedwongen routing
B
Ongedwongen routing
C
Optimale routing
Slide 34 - Quiz
29. Op welke plek in de winkel kun je een product dat de klanten echt nodig hebben het beste neerzetten?
A
Bij de kassa
B
In de verkoopsterke zone
C
In de verkoopzwakke zone
Slide 35 - Quiz
30. Op welke plek in de winkel kun je een product dat leidt tot impuls aankopen het beste neerzetten?
A
Bij de kassa
B
In de verkoopzwakke zone
C
In de verkoopsterke zone
Slide 36 - Quiz
31. Wat is het verschil tussen een frontpresentatieplan en een schappenplan?
Slide 37 - Open question
33. Hoe winstgevend een artikel op een schap is, kun je bepalen met behulp van:
A
Schapelasticiteit
B
Schaprendement
Slide 38 - Quiz
35. Met welke vijf aspecten moet je rekening houden bij het maken van een actieplan?
Slide 39 - Open question
36. Wat is het verschil tussen een schappenplan en een actieplan?