Stappenplan Passive Voice (lijdende vorm) - H4
1) Zoek de lijdende vorm (object) in de actieve zin door een vraag te stellen met "wat + het werkwoord in de zin".
Bijv. "Hij wast de borden." Je stelt dan de vraag: "Wie of wat wordt er gewassen?" Antwoord = de borden. Dit is het lijdend voorwerp
2) Het lijdend voorwerp zet je vooraan in de lijdende zin (= passive voice).
3) Kijk nu naar het werkwoord in de actieve zin. In welke tijd staat dit werkwoord? Tips:
has/have + voltooid deelwoord erin = present perfect
had + voltooid deelwoord erin = past perfect
am/is/are + ww + ing =present continuous
was/were + ww + ing = past continuous
4) Om de actieve zin lijdend te maken ga je nu als volgt te werk:
lijdend voorwerp vooraan in de zin + to be in dezelfde tijd als het werkwoord in de actieve zin
bijv. He has done the dishes. -> has done = present perfect -> in de lijdende zin moet has/have + been +3e vorm/volt.dw. staan
5) Is in de lijdende zin (passive voice) het onderwerp enkelvoud of meervoud? Pas het werkwoord daarop aan (bijv. has of have/is of are/ was of were etc.) -> The men catch the thieves. (men = mv -> dus catch ipv catches) -> The thieves ARE caught (thieves = mv -> dus ARE ipv IS)