ZH3.du1 NK Kapitel 5 E (A)-herhaling

Willkommen Havo 3
Woche 20 - Stunde 1
Grammatik
Wiederholung
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Willkommen Havo 3
Woche 20 - Stunde 1
Grammatik
Wiederholung

Slide 1 - Slide

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
Herhaling!!!
  • ... weet ik weer hoe ik sterke werkwoorden met een 'a' in de stam moet vervoegen.
  • ... kan ik deze regel zelf toepassen.

Slide 2 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Wiederholung (Wortschatz)
de baan
het beroep
de politieagent
de mens
het nadeel
het hbo
de wens
het succes
het bijbaantje
  • der Job - die Jobs
  • der Beruf - die Berufe
  • der Polizist
  • der Mensch - die Menschen
  • der Nachteil
  • die Fachhochschule
  • der Wunsch
  • der Erfolg
  • der Nebenjob - die Nebenjobs

Slide 3 - Slide

Welke soorten werkwoorden heb je in het Duits?
  • zwakke werkwoorden  >  regelmatig
     (bijv. spielen, reden, antworten, atmen)
  • sterke werkwoorden  >  lopen- liep 
     (bijv. fahren, kommen, lesen)
  • onregelmatige werkwoorden, o.a.
     - haben, sein, werden
     - modale werkwoorden

Slide 4 - Slide

Weet je nog...?

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig (geen klinkerverandering in de verleden tijd)
... hebben een vaste stam
...hebben vaste uitgangen

Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

Slide 6 - Slide

Ezelsbruggetje




Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:
(FE)    E - ST - T - EN - T - EN

 

Slide 7 - Slide

Sterke werkwoorden
  • Klinkerwisseling
  • lopen- liep (bijv. fahren, kommen, lesen)


Slide 8 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Grammatik A, Seite 67

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 20, Seite 67/68
Vul de juiste vorm van het sterke werwoord in!


  1. wasche
  2. fährt
  3. gefällt
  4. schläft
  5. Lasst
  6. Tragen
  7. hält
  8. fängt...an
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 21, Seite 68
Vertaal en vul de juiste vorm van het sterke werkwoord in!
  1. Läufst
  2. fährst
  3. Trägst
  4. gefällt
  5. lässt
timer
3:00

Slide 12 - Slide

Agenda
  1. Terugblik PTO 2
  2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
  3. Profielkeuzeformulier invullen 
Aufgabe 22, Seite 68
Vertaal en vul de juiste vorm van het zwakke en het
sterke werkwoord in!
  1. kauft
  2. macht
  3. schläft
  4. Brauchst
  5. Fährst
  6. wandert
  7. laufen
  8. Wählst
timer
5:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Hausaufgaben
Machen:
/

Lernen:
- Leer de eersten 27 woorden van de Lernliste N-D (t/m 'das Unternehmen'; Seite 88)
- Grammatik A, Seite 67

Slide 15 - Slide