Elektriciteit 4.4 vermogen

Elektriciteit 4.4 vermogen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Elektriciteit 4.4 vermogen

Slide 1 - Slide

Plattegrond
Leya
Daaliyah
Cas
Vicky
Enes 
Owais
Olivia G
Pleun
Marinte
Olivia K
Jip
Sam
Hanna
Jens
Nessa
Saar
Pim
Rens
Ruben
Jesse
Joey
Mannel
Anica

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Lees en maak het stencil over serieschakelingen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Deze les
  • Startopdracht + bespreken + huiswerkcontrole
  • Toetsresultaten
  • Leerdoelen toetsweek
  • Startopdracht + Huiswerk nakijken
  • Uitleg vermogen berekenen
  • Oefenen vermogen berekenen
  • Statische elektriciteit - demonstratie!

Slide 4 - Slide

Resultaten toets licht

Slide 5 - Slide

Leerdoelen paragraaf 1
Paragraaf 1:
• Stroomkring, geleiders en isolatoren. (proef 1)
• Stroomsterkte (uitleg vanaf wagonnetjes (alleen serieschakeling))
• Ampère omrekenen naar milliampère 
• Stroommeter aflezen (oefenstencil)




Slide 6 - Slide

leerdoelen paragraaf 2
Paragraaf 2:
• Spanning (uitleg vanaf wagonnetjes (oefenstencil))
• Batterijen in serie schakelen
• Stopcontact is 230 Volt, daar werken de meeste apparaten ook op.
• Spanningsmeter aflezen (oefenstencil)

Slide 7 - Slide

leerdoelen paragraaf 4
Paragraaf 4:
• Vermogen uitleggen.
• Vermogen berekenen


Extra: symbolen voor lampje, schakelaar, batterij, stroomdraad, voltmeter en ampèremeter.

Slide 8 - Slide

Huiswerk en stencil bespreken

Slide 9 - Slide

4.4 Vermogen
  • Wat is vemogen?
  • Vermogen van apparaten.
  • Vermogen berekenen

Slide 10 - Slide

Vermogen - typeplaatje

Slide 11 - Slide

stroomkarretjes serieschakeling

Slide 12 - Slide

Formule
vermogen = spanning x stroomsterkte

Slide 13 - Slide

Vermogen berekenen

Slide 14 - Slide

Voorbeeldopdracht
opgave 8 uit boek

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Lezen paragraaf 4.4
Maken opgave 1,2,4,5 en 7

Slide 16 - Slide

Je ziet een fietslamp, een horloge en een oven. Plaaats de apparaten in het juiste vak.
minste vermogen
grootste vermogen
gemiddeld vermogen

Slide 17 - Drag question

Vermogen =
X
......................
........................
Tijd
energie
Stroomsterkte
Spanning

Slide 18 - Drag question

Zet op volgorde van toenemend vermogen

Slide 19 - Drag question