- Schrijf in de onderwerpregel het onderwerp op van je e-mail
- Begin de e-mail met een aanhef (Beste meneer de Groot, Beste mevrouw Van Belzen). Je begint de aanheft altijd met een hoofdletter. Achter de aanhef zet je een komma en je drukt twee keer op enter.
- Schrijf in de eerste zinnen wat het onderwerp is en waarom je de e-mail stuurt.
- Verdeel de tekst van je e-mail in alinea's (per argument een alinea).
- Eindig je e-mail met een slotzin. Druk daarna twee keer op enter.
- Sluit af met de slotformule: Met vriendelijke groet.
- Schrijf je naam op.
- Gebruik beleefde taal.