2.6 & 2.7 Veilig vrijen en seksualiteit

2.6 & 2.7 Veilig vrijen en seksualiteit
1 / 51
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.6 & 2.7 Veilig vrijen en seksualiteit

Slide 1 - Slide

Even herhalen
Wat weet je al?

Slide 2 - Slide

In welke periode was deze vrouw vruchtbaar?
A
Rond dag 1
B
Rond dag 14
C
Rond dag 28

Slide 3 - Quiz

In welke periode vindt (gemiddeld genomen) de innesteling plaats?
A
P
B
Q
C
R

Slide 4 - Quiz

Zet in de juiste volgorde:
1. uitdrijving
2. ontsluiting
3. nageboorte
4. innesteling
A
1 - 2 - 4 - 3
B
4 - 1 - 2 - 3
C
4 - 2 - 1 - 3
D
2 - 1 - 4 - 3

Slide 5 - Quiz

Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes

Slide 6 - Quiz

Op welke volgorde gaat een zaadcel door het mannelijke voortplantingsstelsel van productie tot ejaculatie (klaarkomen)? Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
1
2
3
4
5
urinebuis
prostaat
zaadleider
bijbal 
teelbal 

Slide 7 - Drag question

Nr. 2
is
A
eierstok
B
urineblaas
C
zaadleider
D
eileider

Slide 8 - Quiz

Wanneer spreken we
van het woord bevruchting?
A
Bij een bolletje cellen
B
Bij een eisprong
C
Tijdens een ovulatie
D
Bij het samensmelten van de kernen

Slide 9 - Quiz


Hoelang duurt een menstruatiecyclus?
A
20 dagen
B
14 dagen
C
28 dagen
D
3 á 4 dagen

Slide 10 - Quiz

Welk nummer is een rijpende follikel?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quiz

leerdoelen
2.6 Veilig vrijen
Je kunt de werking van enkele voorbehoedsmiddelen beschrijven en aangeven of ze betrouwbaar zijn of niet.
Je kunt ziekteverschijnselen en genezingsmogelijkheden noemen van seksueel overdraagbare aandoeningen. 

2.7 Seksualiteit
Je kunt functies van seksualiteit noemen en verschillen in opvatting, normen en waarden daarover omschrijven.

Slide 12 - Slide

veilig vrijen
- als je seks hebt en geen kinderen wilt, dan kun je gebruik maken van voorbehoedsmiddelen/anticonceptie genoemd.
Het gebruik maken hiervan wordt ook wel geboorteregeling genoemd.

Het condoom en het beflapje zijn de enige voorbehoedsmiddelen die (ook) beschermen tegen soa's.

Slide 13 - Slide

Onbetrouwbare methoden
- geboorteregeling zonder voorbehoedsmiddelen is niet erg betrouwbaar.

- periodieke onthouding; geen seks rond de vruchtbare periode (bijv. kalender bijhouden, temperatuur meten (na ovulatie +/- 0,3 graad hoger).

- Coïtus interruptus; terugtrekken voor de zaadlozing 

Slide 14 - Slide

Betrouwbare methoden
- Met gebruik van voorbehoedsmiddelen is de kans op zwangerschap minimaal. 

- Anticonceptiemiddelen met of zonder hormonen

Slide 15 - Slide

condoom
- mannencondoom 
- vrouwencondoom 
- beschermt tegen ziekte en zwangerschap 

Slide 16 - Slide

Koperspiraal 
- geen hormonen, maar koperen draadje op plastic voorwerp.
- blijft tussen de 5 tot 10 jaar zitten.
- de stof 'koper' dood zaadcellen en maakt innesteling onmogelijk.



Slide 17 - Slide

Pessarium (met zaaddodende pasta)
- zacht rubberen koepeltje.
- bedekt de baarmoedermond. 
- inbrengen voor de seks.
- vorm en maat worden door de arts bepaald. 
- pessarium insmeren met zaaddodende pasta. 
- 8 uur laten zitten na de seks. 

Slide 18 - Slide

Sterilisatie
- Dan wordt je onvruchtbaar gemaakt. 
- Bij mannen zaadleiders onderbroken. 
- Bij vrouwen eileider doorbroken of geblokkeerd.
- Normale productie van eicellen en zaadcellen. Hormonale processen worden niet verstoord: menstruatie blijft.

Slide 19 - Slide

anticonceptiepil 
- hormonen 
- stopweek 
- gewone pil en minipil 
- voorkomt eisprong 
- baarmoederslijmvlies wordt extra dik
- voorkomt innesteling

Slide 20 - Slide

hormoonpleister
- pleister plak je op je huid. 
- geeft hormonen via je huid aan je bloed. 
- 3 weken lang 1 pleister per week. 
- stopweek 
- zelfde werking als de pil

Slide 21 - Slide

Hormoonspiraal 
- geeft voortdurend een kleine hoeveelheid hormonen af.
- maandelijkse bloeding vaak minder hevig of niet. 
- Werkt ongeveer 5 jaar. 
- zelfde werking als pil. 
- voordeel: hormonen worden plaatselijk
afgegeven --> veel minder nodig.

Slide 22 - Slide

hormoonstaafje 
- staafje van ongeveer 4 cm lang. 
- arts plaatst het onder de huid. 
- staafje geeft 3 jaar lang een beetje hormonen af.

Slide 23 - Slide

Nuvaring
- tegen de baarmoedermond
- geeft kleine hoeveelheid hormonen af
- blijft 3 weken zitten, daarna stopweek.

Slide 24 - Slide

prikpil 
- om de 3 maanden een injectie met hormonen.
- minder tot geen menstruatie
 - kan een lange tijd duren voordat de ovulaties weer terugkomen. 

Slide 25 - Slide

Soa's 
Tijdens geslachtsgemeenschap kun je bacteriën, schimmels of virussen overdragen die ziekten veroorzaken. 
Bacteriële soa's behandeld met antibioticum.

Symptomen: verschijnselen of klachten door een ziekte.

Deze ziekten heten soa’s (seksueel overdraagbare aandoeningen)
- vaginaal
- oraal (mond)
- anaal 

Chlamydia meest voorkomende soa in NL. 

Slide 26 - Slide

Chlamydia
- De bacterie zorgt voor ontsteking in de urinebuis, anus en baarmoederhals. 
- Veel mensen merken er niets van. 
- De bacterie kan zonder behandeling ontsteking bij de eileiders en bijballen veroorzaken en kan dus leiden tot onvruchtbaarheid

Slide 27 - Slide

Gonorroe
- de bacterie zorgt voor pijn bij het plassen en 'vieze' afscheiding uit de penis en vagina.

- De bacterie kan zonder behandeling ontsteking bij de eileiders en bijballen veroorzaken en kan dus leiden tot onvruchtbaarheid.

- vrouwen merken vaak weinig van de besmetting. 

Slide 28 - Slide

Hepatitis B
- Het virus dat hepatitis B veroorzaakt, zorgt voor ontstekingen in de lever.
- Er zijn geen medicijnen tegen, maar meestal is het virus na zes maanden uit het lichaam.
- meeste klachten na 3 maanden.  
- Sinds 2011 worden kinderen in hun eerste levensjaar ingeënt (vaccinatie) tegen hepatitis B.

Slide 29 - Slide

Herpes genitalis
- Het virus dat herpes genitalis veroorzaakt, zorgt voor pijnlijke blaasjes en zweertjes rondom de geslachtsorganen.
- Na drie weken drogen de blaasjes uit en lijkt het weg te zijn
- virus blijft voor altijd in je lichaam (inactief).
- slechte afweer --> weer actief --> nieuwe symptomen
- koortslip

Slide 30 - Slide

Hiv/aids
- humaan immunodeficiëntie virus
- met hiv besmet persoon zonder klachten  = seropositief
- met hiv besmet persoon met klachten , dus ziek = aids
- Het virus maakt het afweersysteem van het lichaam kapot. Hierdoor ben je niet meer beschermd tegen allerlei ziekten. 
- Aidsremmers remmen de verspreiding van het virus in het lichaam, waardoor iemand zijn leven lang gezond kan blijven. 
- Er is geen geneesmiddel tegen het virus. Je kunt dus niet van hiv genezen.

Slide 31 - Slide

HPV en genitale wratten
- Besmetting met het humaan papillomavirus (HPV) geeft meestal geen merkbare klachten.
- Soms krijg je er genitale wratten van.
- Jaren later kan HPV (sluipend) baarmoederhalskanker, anuskanker of keelkanker veroorzaken.

Slide 32 - Slide

Syfilis
- Zweertjes rondom de vagina, penis of anus.
- Verdwijnt na 3-6 weken.
- Bacterie blijft wel in je lichaam.
- Als het niet wordt behandeld kan het jaren later je organen aantasten en kan leiden tot de dood. 
- Als je antibiotica krijgt, gaat de bacterie dood en verdwijnen de klachten.

Slide 33 - Slide

Soa-test 
- Onder de 25 jaar of bij kwetsbaar beroep: soa-test gratis.
- ggd of huisarts.
- minimaal 10 dagen geen seks voor de test. 

- urinetest of uitstrijkje vagina/keel/anus afhankelijk van seks en klachten.

- bloedonderzoek nodig bij sifilis, hepetitis B en hiv (virussen).

Slide 34 - Slide

2.7 seksualiteit 

Slide 35 - Slide

Seksueel gedrag
- alle vormen van seksueel contact. 

- verschillende redenen voor seksueel gedrag:
1. intimiteit (verbondenheid uiten).
2. voortplanting. 
3. lustbeleving (opwinding).
-> combinatie

Slide 36 - Slide

Manieren om seks te hebben
- masturbatie (zelfbevrediging)
- voorspel
- geslachtgemeenschap; penis in de vagina 

- orgasme (klaarkomen), geeft een lekker gevoel:
man: zaadlozing
vrouw: hevige aanspanning bekkenbodemspieren. 

Slide 37 - Slide

seksuele oriëntatie 
= tot wie je je seksueel voelt aangetrokken

- heteroseksueel. 
- homoseksueel, lesbisch, biseksueel (4-6%, oftewel 1 op 20)

Slide 38 - Slide

Genderidentiteit 
- Geslacht (of sekse) is niet hetzelfde als gender.
- Bij geslacht gaat het over lichamelijke kenmerken
- Gender gaat over stereotypen in de maatschappij

- Bij een transgender persoon komt de genderidentiteit (gevoel) niet overeen met het geslacht (lichaam).

Slide 39 - Slide

Seksueel geweld en misbruik 
- incest: familielid pleegt seksuele handelingen met slachtoffer
- ongewenste intimiteiten: lichte seksuele handelingen zonder instemming.
- aanranding: onder dwang en bedreiging en/of met geweld 


Slide 40 - Slide

Seksueel geweld en misbruik 
- verkrachting: er wordt het lichaam binnengedrongen zonder toestemming. Ook wanneer er geen sprake is van verzet.
- digitaal seksueel geweld: grooming, dickpick, slutshaming 
- grooming: volwassene verleidt minderjarige
- loverboys: iemand die een meisje in prostitutie terecht laat komen (eerst verleiding, dan bedreiging).


Slide 41 - Slide

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 42 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel is dit?
A
prikpil
B
hormoonstaafje
C
spiraaltje
D
nuvaring

Slide 43 - Quiz

Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.

Slide 44 - Quiz

Chlamydia wordt veroorzaakt door een
A
Bacterie
B
Virus
C
Schimmel

Slide 45 - Quiz

vruchtwater
Baarmoederslijmvlies
placenta
vruchtvliezen
dunne vliezen
eileider
Hierin vinden bij de mens de eerste delingen van de bevruchte eicel plaats. 
Van dit deel krijgt het embryo de eerste weken van de zwangerschap voedingsstoffen.
Via dit deel neemt het embryo voedingsstoffen op uit het bloed van de moeder.
Deze delen beschermen het embryo tegen stoten, uitdroging en wiseling van de temperatuur. 
In de placenta wordt het bloed van de moeder gescheiden door het bloed van het embryo door: 

Slide 46 - Drag question

 Virale SOA
Bacteriële soa
Chlamydia
Hiv
herpes genitalis
Hepatitis B
Gonorroe 
Syfilis

Slide 47 - Drag question

Nuva-ring
Periodieke onthouding
Anticonceptiepil
Spiraaltje
Condoom
Prikpil
Hormoonpleister
Vrouwencondoom

Slide 48 - Drag question

Slide 49 - Video

Slide 50 - Video

Aan de slag!
Thema 2, basisstof 6
- Opdracht 1 t/m 8, maar opdr. 3 overslaan
- Nakijken

Thema 2, basisstof 7
Opdracht 1 t/m 7, maar opdr. 4 overslaan

Klaar?
Maak een start met basisstof 8

Slide 51 - Slide