hfst 3, paragraaf 2, welke partij past bij jou? Deel 1

1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welkom in de les
Een pen gepakt
In je tas
Voor het bord
op de grond
Aandacht!!!
THEMA POLITIEK
tekstboek: blz. 40


Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen: 
Gezamenlijk: 
Uitleg paragraaf 2 welke partij past bij jou? 

Zelfstandig:
Maken werkboek paragraaf 2 

Gezamenlijk: 
Kijken filmpje partijen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen:
- Aan het einde van de les kan je vertellen welke soorten kiesrecht er bestaan.

- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen links en rechts politiek. 

Slide 4 - Slide

Wat hebben we vorige les geleerd?


- Directe democratie
- Indirecte democratie

Slide 5 - Slide

Opdracht:
Wat: lezen paragraaf 2 
Hoe: Alleen in stilte 
Tijd: 5 minuten 
 
timer
5:00
lezen paragraaf 2
blz. 40&41

Slide 6 - Slide

Verkiezingen
Actief kiesrecht: Het recht om te mogen stemmen.

Passief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen. 

Slide 7 - Slide

Wat is actief kiesrecht?
Het recht om te mogen stemmen.

-Als je 18 jaar of ouder bent
-Als je een Nederlandse Nationaliteit hebt.
oproepkaart. Hiermee ga je naar het stembureau.
Zo ziet een stemformulier eruit. Je mag 1 bolletje rood inkleuren.
Doe je meerdere dan is je stem ongelding.
Doe je niks dan telt je stem wel mee bij de kiesdeler.
vrouwen mogen nog niet zo lang stemmen 100 jaar geleden mocht de eerste vrouw stemmen.

Alleta Jacobs was de vrouw die dit voor elkaar kreeg.

Je kan bijna overal stemmen in Nederland. In overheidsgebouwen, scholen, stations. 
van 8-21.00 uur 
Daarna worden de stemmen met de hand geteld.
overzicht wie stemt er in Nedreland
Stemmen doe je altijd met een rood potlood. Dit is moeilijk uit te gummen op het formulier en het is duidelijk.

Slide 8 - Slide

Wat is passief kiesrecht?
Het recht om je verkiesbaar te stellen. Voor Europa, het land, de gemeente.

-Als je 18 jaar of ouder bent
-Als je een Nederlandse Nationaliteit hebt.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wat is een lijsttrekker?
De belangrijkse man of vrouw van een politieke partij in verkiezingsstrijd.

Deze staat op nummer 1 op de het stembiljet.

En staat op de verkiezingsposter.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Links
- Gelijkheid

- Zijn voor een actieve overheid. 

- Komen op voor de kwetsbare in de samenleving. (mensen die het moeilijk hebben)

Slide 13 - Slide

Rechts
- Vrijheid

- Burgers moeten voor zichzelf zorgen. (passieve overheid)

- De overheid helpt alleen bij nood.

- Burgers zijn zelf verantwoordelijk.


Slide 14 - Slide

Midden
-Hebben standpunten van links en standpunten van rechts

- De overheid helpt alleen daar waar nodig.


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

ZELFSTANDIG
WAT: 
Maken werkboek paragraaf 3.2

HOE: 
Overleggen op fluistertoon

TIJD: 10 minuten 


zelfstandig, overleggen op fluistertoon
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Leerdoelen:
- Aan het einde van de les kan je vertellen welke soorten kiesrecht er bestaan.

- Aan het einde van de les kan je in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen links en rechts politiek. 

Slide 19 - Slide

Je mag stemmen wie er in de Tweede Kamer of in de gemeenteraad komt. Welk kiesrecht is dit? Leg uit.

Slide 20 - Open question

Passief kiesrecht is het..
A
Recht om te mogen stemmen
B
Recht om je verkiesbaar te stellen
C
Recht om mee te doen

Slide 21 - Quiz

Wat is lijsttrekker?

Slide 22 - Open question

In Nederland zijn de verkiezingen...
A
vrij en geheim
B
gemanipuleerd
C
Oneerlijk

Slide 23 - Quiz

Waarvoor staan linkse partijen?

Slide 24 - Open question

Waarvoor staan rechtse partijen?

Slide 25 - Open question

Politiek midden heeft zowel linkse als rechtse standpunten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Bij politiek links zorgt de overheid voor kwetsbare mensen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Politiek rechts vind dat mensen geen eigen verantwoordelijkheid moeten hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wie staat meestal op de flyers van politieke partijen?

Slide 29 - Open question

Hoe vond je de les gaan?

Slide 30 - Open question

Wat heb je geleerd?

Slide 31 - Open question