Bij brandstoffen denken we vaak aan benzine of diesel maar ook kolen, gas en biobrandstoffen vallen hieronder
1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 4: Brandstoffen
Bij brandstoffen denken we vaak aan benzine of diesel maar ook kolen, gas en biobrandstoffen vallen hieronder
Slide 1 - Slide
§5.1 Fossiele brandstoffen
Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen bestaande uit koolstofverbindingen ontstaan uit plantaardige en dierlijke resten.
Voorbeelden hiervan zijn: aardolie, aardgas en steenkool
Aardolie is op te splitsen in een grote variatie aan brandstoffen, hiervoor destilleren we de brandstof in verschillende fracties.
Slide 2 - Slide
Aardolie
Aardolie kan worden gedestilleerd in verschillende fracties
Sommige fracties worden na destillatie nog gekraakt tot kleinere moleculen
Slide 3 - Slide
Leg uit wat het kraken van aardolie inhoud
Slide 4 - Open question
§5.2 Koolstofverbindingen
Koolstofverbindingen zijn erg belangrijk voor onze samenleving, aangezien 3/4e van alle moleculen die we kennen koolstofverbindingen zijn
In deze paragraaf worden drie soorten koolstofverbindingen besproken, namelijk, alkanen, alkenen en alkanolen
Slide 5 - Slide
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Alkanol
D
Anders
Slide 6 - Quiz
Alkanen
Alkanen zijn koolstofverbindingen opgebouwd uit alleen maar koolstof en waterstof
Alkanen hebben als algemene formule CₙH₂ₙ₊₂
Slide 7 - Slide
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Alkanol
D
Anders
Slide 8 - Quiz
Alkanolen
Alkanolen zijn qua structuur hetzelfde als alkanen, behalve dat er minstens één H is vervangen door een OH
Alkanolen hebben als algemene formule: CₙH₂ₙ₊₁OH
Ethanol, oftewel alcohol is waarschijnlijk het bekendste voorbeeld van een alkanol
Slide 9 - Slide
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Alkanol
D
Anders
Slide 10 - Quiz
A
Alkaan
B
Alkeen
C
Alkanol
D
Anders
Slide 11 - Quiz
Alkenen
Alkenen zijn qua structuur hetzelfde als alkanen, behalve dat er minstens één dubbele bindingen in het molecuul zit
Alkenen hebben als algemene formule: CₙH₂ₙ
Slide 12 - Slide
Isomeren
Het is belangrijk om moleculen uit te kunnen tekenen omdat moleculen met dezelfde molecuulformule andere structuren kunnen hebben
Slide 13 - Slide
§4.3 Energie uit Brandstoffen
In alle stoffen zit chemische energie, in brandstoffen zit heel veel van deze energie, veel van deze energie komt vrij bij de verbranding van deze brandstoffen
Het symbool van energie = E, met als eenheid Joule (J)
Bij brandstoffen wordt voor energie vaak de eenheid Megajoule (MJ) gebruikt. 1 MJ = 1 000 000 J
Slide 14 - Slide
Waarbij komt de meeste energie vrij bij verbranding?
A
12 kg Benzine
B
14 kg Kerosine
C
15 kg Diesel
D
34 kg Methanol
Slide 15 - Quiz
Energie meten
Energie kan worden gemeten met een Warmte meten.
Hierbij wordt de volgende formule gebruikt:
Q = c*m*ΔT
Q = Hoeveelheid warmte in J
c = soortelijke warmte in J/(kg*°C)
m = Massa in kg
ΔT = verschil in temperatuur in °C
Slide 16 - Slide
Rendement
Energie omzetting verloopt nooit 100% naar de gewenste vorm van energie. Bij de spaar lamp van net zagen dat 75% van de energie in warmte werd omgezet, terwijl we van de lamp licht willen. De hoeveelheid nuttig gebruikte energie ten opzichte van de hoeveelheid gebruikte energie noemen we het rendement:
Rendement (η) = Nuttig gebruikte energie/gebruikte energie *100%
Slide 17 - Slide
In een Benzine motor van een auto wordt 43 MJ energie verbruikt. Hiervan wordt 12 MJ bewegingsenergie en 31 MJ warmte. Wat is het rendement?
A
72%
B
100%
C
28%
D
39%
Slide 18 - Quiz
§4.4 Brandstoffen en Milieu
Het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor een grote toename van luchtverontreiniging in de vorm van broeikasgassen en smog.
Broeikasgassen versterken het broeikaseffect en zorgen hierdoor voor de opwarming van de aarde
Smog bestaat uit stikstofoxides in combinatie met onverbrande koolstoffen en fijnstof. Dit kan zorgen voor gezondheidsklachten zoals versterkte astma symptomen, hart en long ziekte of zelfs kanker