les 3: tekststructuren en signaalwoorden

Vandaag
Terugblik +/- 10 min.
Examenvragen +/- 10 min.
Opdracht individueel +/- 15 min.
Globaal lezen en signaalwoorden +/- 20 min.
Opdracht +/- 30 min.
Zelfstandig werken +/- 15 min.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Vandaag
Terugblik +/- 10 min.
Examenvragen +/- 10 min.
Opdracht individueel +/- 15 min.
Globaal lezen en signaalwoorden +/- 20 min.
Opdracht +/- 30 min.
Zelfstandig werken +/- 15 min.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les: 
  • tekststructuren benoemen en herkennen in een tekst,
  • aan de hand van signaalwoorden tekstverbanden herkennen;
  • Examenvragen beschrijven en ontwerpen.

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Tekstdoelen en tekstsoorten
De schrijver wil:
Tekstdoel:
Voorbeeld
vermaken
amuseren
stripverhaal, grappig stukje, thriller
Dat je iets te weten komt
informeren
nieuwsbericht, voorlichting, folder
Zijn mening geven
overtuigen/overhalen
reactie op een website, ingezonden brief
Dat je iets gaat doen
activeren
reclame
Zeggen hoe iets moet
instrueren
gebruiksaanwijzing

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Instaptoets FACET

Examenvragen

Het oefenexamen 3f lezen-luisteren 2020-2021 op Facet.

Open de printscreen van je resultaat 




Slide 6 - Slide

Opdracht: individueel
1. Lees uit de examentrainer het stappenplan: blz. 12 t/m 14.
2. Beantwoord vraag 1
3. Nabespreken

timer
10:00

Slide 7 - Slide

2. Globaal lezen
Globaal lezen doe je alleen als je snel de belangrijke informatie uit de tekst wilt halen. Dit doe je als volgt:
  • Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin;
  • Bepaal wat je al weet over het onderwerp.
  • Bepaal welke tekststructuur je herkent en wat het tekstdoel is.


Slide 8 - Slide

Teksstructuur
 Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Deze vaste structuur in een tekst noem je tekststructuur. Als je de tekststructuur herkent, begrijp je de tekst beter als je hem nauwkeurig gaat lezen. Vaak krijg je in de inleiding van een tekst aanwijzingen voor de tekststructuur.

Slide 9 - Slide

Tekststructuren 
  • Probleem – oplossing (doel-middel)
  • Standpunt-argument
  • Beschrijving (toelichtend)
  • Verklaring (redengevend)
  • Voor- en nadelen (tegenstellend)


Slide 10 - Slide

Signaalwoorden
Ga voor de volgende tekstsverbanden op zoek naar signaalwoorden:
  1. Tegenstellend
  2. opsommend
  3. oorzakelijk
  4. redengevend
  5. voorwaardelijk
  6. vergelijkend
  7. middel-doel



timer
10:00

Slide 11 - Slide

Opdracht: in tweetallen

Wat doe je: Zoek een leesfragment van minimaal vier alinea's waarbij een van de in de vorige dia genoemde tekststructuren terugkomt. Bewaar de link van de site!

Eerder klaar? Lees de theorieblokken uit werkboek B door (hoofdstuk lezen/luisteren) 
timer
10:00

Slide 12 - Slide

In tweetallen
1. Bedenk en schrijf 5 examenvragen uit bij de gezochte leestekst.
2. Markeer het goede antwoord.
3. Lever het document met de leestekst en de vragen in op It's Learning (planner: les 3)
Eerder klaar? Lees de theorieblokken uit werkboek B door (hoofdstuk lezen/luisteren)
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Zelfstandig werken
1. Ga verder met de opdrachten uit de examentrainer (leerwerkboek deel B).
HW: opdracht 1 t/m 5 (t/m blz 22)

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
De student kan aan het einde van de les: 
  • tekststructuren benoemen en herkennen in een tekst,
  • aan de hand van signaalwoorden tekstverbanden herkennen;
  • Examenvragen beschrijven en ontwerpen.

Slide 15 - Slide

3. Intensief lezen
Wat staat er nou precies?
Begrijp je de tekst helemaal?

Met "intensief" lezen, bedoelen we dat je je nu gaat concentreren op de details van de tekst. Je zorgt dat je alles wat er staat, begrijpt.

Slide 16 - Slide