Betoog

Betoog
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Betoog

Slide 1 - Slide

Heb je weleens iemand proberen te overtuigen van jouw mening? Waar ging dat over?

Slide 2 - Open question

Wat is het doel van een betoog?
A
Informeren
B
Vermaken
C
Overtuigen
D
Beschrijven

Slide 3 - Quiz

Doel van een betoog 
Een betoog draait om mening + argumenten.
Je wilt de lezer overtuigen van jouw standpunt.
Niet alleen feiten noemen, maar ook uitleg en voorbeelden geven.

Slide 4 - Slide

Structuur van een betoog (Schrijfschema):
Titel - geeft kort aan wat het onderwerp van de tekst is 
Inleiding – introduceer het onderwerp, benoem de stelling / het standpunt
Middenstuk – argumenten + tegenargument met weerlegging
Slot – conclusie en krachtige afsluiting

Vraag: Waarom denk je dat een duidelijke structuur belangrijk is? 

Slide 5 - Slide

 Inleiding – De eerste indruk telt!
Wat hoort er in de inleiding?

1. Pakkende openingszin
2. Uitleg over het onderwerp
3. De stelling  / het standpunt
4. Korte vooruitblik op de argumenten

Slide 6 - Slide

Wat is een goede openingszin voor een betoog over huisdieren?
A
Ik ga vertellen waarom het goed is om een huisdier te hebben.
B
Huisdieren zijn leuk, maar kosten veel geld.
C
Kun jij je een leven voorstellen zonder dieren om je heen?
D
Dit betoog gaat over huisdieren en waarom mensen ze moeten nemen.

Slide 7 - Quiz



Waarom is C goed?

Pakkend en intrigerend – Het maakt de lezer nieuwsgierig en zet aan tot nadenken.
Neemt geen direct standpunt in – Dit wekt interesse en leidt de lezer naar de rest van de inleiding.
Geschikt als start van een betoog – De stelling en standpunt moeten nog volgen, maar de zin maakt het onderwerp al aantrekkelijk.

Slide 8 - Slide

Argumenten uitwerken – Het AUB-model 
Gebruik het AUB-model om argumenten goed op te bouwen:

A = Argument: Wat is je reden?
U = Uitleg: Waarom is dit zo?
B = Bijvoorbeeld: Geef een concreet voorbeeld.

Slide 9 - Slide

Bedenk een argument voor de stelling “Iedereen zou een huisdier moeten nemen.” en werk dit uit met het AUB-model.

Slide 10 - Open question

Standpunt: iedereen zou een huisdier moeten nemen.

AUB-methode

A (Argument): huisdieren zorgen voor minder stress.

U (Uitleg): onderzoek toont aan dat het aaien van een huisdier de aanmaak van oxytocine stimuleert, waardoor stress vermindert.

B (Bijvoorbeeld): mensen met een hond hebben een lagere bloeddruk en ervaren minder angstklachten dan mensen zonder hond, volgens een studie van de Universiteit van Utrecht.

Slide 11 - Slide

Tegenargumenten en weerleggen
Tegenstanders van jouw standpunt hebben ook argumenten. Die moet je ontkrachten!

Hoe weerleg je een tegenargument?

1. Laat zien waarom het niet klopt
2. Leg uit waarom jouw argument sterker is
3. Geef een tegenvoorbeeld

Slide 12 - Slide

Bedenk een tegenargument tegen de stelling “Iedereen zou een huisdier moeten nemen.” en weerleg dit.

Slide 13 - Open question

Tegenargument:
"Niet iedereen heeft de tijd, ruimte of financiële middelen om goed voor een huisdier te zorgen."

Weerlegging:
Waarom klopt dit niet helemaal?

Niet elk huisdier vraagt evenveel tijd en zorg. Er zijn kleinere huisdieren, zoals vissen of hamsters, die weinig onderhoud nodig hebben.

Waarom is jouw argument sterker?

De voordelen van een huisdier, zoals emotionele steun en het stimuleren van verantwoordelijkheid, wegen 
zwaarder dan de nadelen.
Huisdieren helpen bij het verminderen van stress en eenzaamheid, wat op lange termijn gezondheidsvoordelen oplevert.

Tegenvoorbeeld:

In zorginstellingen worden huisdieren ingezet om stress en eenzaamheid te verminderen bij ouderen. Zelfs een klein huisdier kan een groot effect hebben op iemands welzijn.

Slide 14 - Slide

Signaalwoorden maken je betoog sterker, zorgen voor samenhang
Signaalwoord 
Ten eerste, bovendien, daarnaast                             Opsommend
Maar, echter, daarentegen                                            Tegenstellend
Doordat, daardoor, waardoor                                       Oorzakelijk
Kortom, samengevat, al met al                                   Samenvattend
Dus, daarom, concluderend                                        Concluderend

Slide 15 - Slide

Opsommend: Huisdieren zorgen voor gezelschap. Bovendien kunnen ze stress verminderen.

Tegenstellend: Huisdieren maken mensen gelukkiger, maar ze brengen ook kosten en verantwoordelijkheden met zich mee.

Oorzakelijk: Doordat huisdieren dagelijks aandacht en verzorging nodig hebben, leren mensen verantwoordelijkheid te nemen.

Samenvattend: Huisdieren bieden gezelschap, verminderen stress en zorgen voor een actief leven. Kortom, ze hebben veel voordelen

Concluderend: Huisdieren dragen bij aan het welzijn van mensen. Daarom zou iedereen er een moeten nemen. 

Slide 16 - Slide

Het slot – Krachtig afsluiten
Wat hoort in een goed slot?

Slide 17 - Open question