This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
Buenos días
Zaragoza
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer?
Los días
Vamos a escuchar
Tarea de escritura
Tarea final
Zaragoza
2e les
Slide 2 - Slide
Let op: Spanjaarden gebruiken een lidwoord voor de dagen. In het Nederlands doen we dat niet.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
Slide 3 - Slide
Los días
¿Qué día viene a continuación? Martes, miércoles, jueves
Antes* del martes está el lunes. *voor
Después** el jueves está el viernes. **na
¿Cuáles son los días del fin de semana? el sábado y el domingo.
Hoy es: martes
El tercer(3) día de la semana: el miércoles
Slide 4 - Slide
Luister en kies de juiste optie
klik hier om het fragment te beluisteren
Slide 5 - Slide
Luister en kies de juiste optie
klik hier om het fragment te beluisteren
Slide 6 - Slide
Luister 2x en geef aan of de zin waar of niet waar is
klik hier om het fragment te beluisteren
Slide 7 - Slide
Luister 2x en geef aan of de zin waar of niet waar is
klik hier om het fragment te beluisteren
x
x
x
x
x
x
1: excepto (behalve) dus ze staat iedere dag om half acht op. Behalve zaterdagen en zondagen.
2: Su madre prepara el desayuno - haar moeder maakt het ontbijt.
4: Se llama Carlos - Hij heet Carlos.
6: Se llama Lola - Zij heet Lola
Slide 8 - Slide
Tarea de escritura
De opdracht:
Schrijf een korte brief waarin je vertelt hoe jouw dag eruit ziet. Vertel wat je 's morgens, 's middags en 's avonds doet. Vermeld de tijdstippen erbij. Benoem ook een activiteit die je met je vrienden doet. Vergeet niet de werkwoorden te vervoegen.
Gebruik geen google translate. Dit voorkom je door korte zinnen te
schrijven. Ook maak je gebruik van de woordenschat uit de woordenlijst.
Inleveren: Je levert de opdracht in via Magister ELO (dit is huiswerk voor de volgende les). Je krijgt geen cijfer, het is om te oefenen.
Denk samen aan een goede planning en taakverdeling.
Verdiep je in het Spaanse leven tijdens de 16e en 17e eeuw.
Bedenk samen een script.
Bedenk welke geluiden er bij jullie script horen.
Tips voor het script: Schrijf korte zinnen. Maak gebruik van de grammatica die je tot nu toe geleerd hebt. Schrijf kloktijden meteen voluit, zodat het makkelijker te lezen is wanneer je het hoorspel inspreekt. Gebruik woordenschat uit de module. Je kan soms losse woorden opzoeken, maar zoek nooit een hele zin op.