This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
shiatsu
Slide 1 - Slide
Hoe wordt TuiNa massage ook wel genoemd?
A
meridiaanmassage
B
duw-grijp massage
C
strijkmassage
D
bindweefsel massage
Slide 2 - Quiz
Wat is een nadeel van het atomische model?
A
Bij levensbedreigende, gelokaliseerde ziekten wordt er niet snel genoeg gehandeld
B
Er is weinig oog voor aanwezige relaties in het lichaampje
C
er wordt bij ziekte te weinig gekeken naar directe symptomen
Slide 3 - Quiz
Wat behoort tot de chinese stromingen?
A
anma massage
B
zen shiatsu
C
acupressuur
Slide 4 - Quiz
Welke van de onderstaande drukpunten kun je benadrukken tijdens de shiatsu massage bij een droge huid?
A
galblaas 21
B
dikke darm 11
C
Long 5, Long 6 , Long 7
Slide 5 - Quiz
Een functie van energie is het behoud van lichaamssubsanties. Wat is volgens de TCG nog een functie van energie?
A
concentreren
B
visualiseren
C
bewegen
Slide 6 - Quiz
Welk effect heeft het masseren van een hoger naar een lager nummer via het meridianentraject?
A
heeft geen effect
B
werkt kalmerend
C
werkt stimulerend
Slide 7 - Quiz
Welk effect heeft een handpalm rotatie tegen de klok in?
A
heeft geen effect
B
werkt kalmerend
C
werkt stimulerend
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt een overschot aan CHI ook wel genoemd?
A
WEI
B
YANG
C
YIN
Slide 9 - Quiz
Wat is een kenmerk van YIN?
A
Mannelijk
B
Vet
C
Samentrekkend
D
Warm
Slide 10 - Quiz
reflexzones zijn niet vastomlijnde huidgebieden die in relatie staan tot de energie van een bepaald orgaan. Je ziet bij een client veranderen op de kin, oren en hoofdhaar. Met welk orgaan staan deze reflexzone in relatie?
A
Dikke darm
B
Long
C
Nier
Slide 11 - Quiz
Wat kan een oorzaak zijn van een vochtarme huid en oedeemvorming in het gezicht?
A
onevenwichtige hartenergie
B
onevenwichtige longenergie
C
onevenwichtige nierenergie
Slide 12 - Quiz
Een client heeft barstjes in de nagel. Wat kan de oorzaak zijn van nagel problemen?
A
Onevenwichtige leverenergie
B
onevenwichtige longenergie
C
onevenwichtige nierenergie
Slide 13 - Quiz
Welke emotie heeft effect op de longmeridiaan
A
woede
B
vreugde
C
verdriet
Slide 14 - Quiz
Wat is een kenmerk van een Yang huid?
A
gevoellig
B
rimpelvorming
C
kenmerkende liggen diep
D
vochtarm
Slide 15 - Quiz
welke meridiaan die je hier onder ziet wordt ook wel de huidmeridiaan genoemd?
A
dikke darm meridiaan
B
Long meridiaan
C
maag meridiaan
Slide 16 - Quiz
met welke energie staat de lederhuid direct in relatie?
A
leverenergie
B
miltenergie
C
longenergie
Slide 17 - Quiz
de mens heeft twaalf hoofd meridianen waarvan zes Yin/Yang paren. Met welke meridiaan vormt de blaasmeridiaan een paar?
A
Miltmeridiaan
B
Longmeridiaan
C
Niermeridiaan
Slide 18 - Quiz
Welke meridiaan koppel heeft als functie het verwijden en vernauwen van bloedvaten en staat tevens in relatie tot de vierledenmaten
A
Lever/galblaas meridiaan
B
Hart en dunne darm meridiaan
C
Milt en maag meridiaan
Slide 19 - Quiz
welke meridiaan start op de slapen en loopt door de nek, over de buik borst, staartbotje via je been door naar je teen.
A
Maagmeridiaan
B
Longmeridiaan
C
Galblaasmeridiaan
Slide 20 - Quiz
welk drukpunt is een hypothalamuspunt?
A
dumo 20
B
dida 18
C
long 1
Slide 21 - Quiz
welk drukpunt is het epifysepunt?
A
Blaas 1
B
Galblaas 21
C
Long extra
Slide 22 - Quiz
welke meridiaan verloopt uitwendig vanaf de borst over binnen/buiten zijde van de arm naar de duim
A
Long
B
Maag
C
Milt
Slide 23 - Quiz
met welke drukpunt start je de 2e meridiaan massage? Welk drukpunt zit onder het oorlelletje
A
blaas 6
B
driewarmer 17
C
maag 12
Slide 24 - Quiz
geef een andere benaming voor de dumo meridiaan
A
zee van yang
B
dido meridiaan
C
blaas meridiaan
Slide 25 - Quiz
Welke meridiaan is gevoelig voor wind?
A
Lever, galblaas
B
maag, milt
C
Long, dikke darm
Slide 26 - Quiz
Met welke hormoonklier staan maag 9,10 en 11 in relatie
A
alvleesklier
B
hypofyse
C
schildklier
Slide 27 - Quiz
Wat behoort tot de japanse stromingen?
A
Tuina massage
B
Acupressuur
C
Zen shiatsu
Slide 28 - Quiz
Aan de schedelbasis (de rand van de achterhoofdsbeen) bevinden zich blaaspunten, galblaas punten en een dumopunt. Welk dumopunt is dit?
A
Dumo 16
B
Dumo 20
C
Dumo 14
Slide 29 - Quiz
Op welke energie richt je je bij een vetarme huid om de talgproductie te stimuleren
A
lever en galblaas energie
B
long en dikke darm energie
C
nier en blaas energie
Slide 30 - Quiz
Welke refelxzone moet je behandelen als je de milt energie wilt stimuleren?
A
de oren
B
de neustop
C
het voorhoofd
Slide 31 - Quiz
Welke druktechniek pas je toe op teren delen van het gelaat?
A
loodrechte druk
B
schuine druk
C
stationaire druk
Slide 32 - Quiz
Wat is een vloeibare vorm van wei/chi?
A
hormonen
B
bloed
C
zweet
Slide 33 - Quiz
Wat zijn de vier energieprincipes
A
concentratie
ontspanning
B
intentie
visualisatie
C
drukken
bewegen
D
mediteren
bewegen
Slide 34 - Quiz
Welke meridiaan verloopt uitnwendig vanaf de borst over binnen en buiten zijde van het arm naar de duim
A
maag
B
long
C
milt
Slide 35 - Quiz
Je kunt er tijdens de massage voor kiezen op een accent te geven op blaas 1 en 2. Wat kan een reden zijn om deze blaaspunten extra te behandelen?
A
Tranende ogen
B
Roodheid verminderen
C
Vochtarme huid
D
Vochtwallen
Slide 36 - Quiz
Op welk drukpunt pas je in de shiatsu massage de duim op duim techniek toe
A
dumo 20
B
galblaas 21
C
long 5
Slide 37 - Quiz
Wanneer mag je geen shiatsu massage ondergaan?
A
Koort
B
Overgewicht
C
Wijnvlek
D
Zwangerschap
Slide 38 - Quiz
Welke emotie heeft effect op de levermeridiaan?
A
vreugde
B
verdriet
C
Woede
Slide 39 - Quiz
Wat is shiatsu?
A
Duwgrijp
B
Energie
C
Vingerdruk
D
Levenskracht
Slide 40 - Quiz
Hoe uit zich een tekort aan Chi op de huid?
A
Gevoelloos
B
Gevoellig
C
Slap
D
Droog
Slide 41 - Quiz
Wat wordt er geactiveerd tijdens een shaitsu massage?