H5.1: Verschillen in India

Welkom!
Start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Schrift en pen zijn vandaag niet nodig


Hier de Cars movie voor tijdens het wachten
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Start je Chromebook op en ga naar LessonUp
Nee, ik heb geen Chromebook oplader, regel het zelf
Schrift en pen zijn vandaag niet nodig


Hier de Cars movie voor tijdens het wachten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel 5.1
Aan het einde van de les:
- Weet je waarom India een federatie is geworden
- Ken je culturele verschillen in India qua taal en godsdienst
- Weet je waarom India een lingua franca heeft
- Kun je uitleggen wat het kastenstelsel inhoudt
- Kun je veranderingen in de bevolking verklaren


Slide 3 - Slide

Cultureel mozaïek
- Grote variatie talen, godsdiensten en gewoonten.
- voormalige kolonie: Brits-Indië
- leverde katoen, jute en thee aan het moederland
- India onafhankelijk in 1947
- federatie met deelstaten
- honderden verschillende talen,   belangrijkste: Hindi. Lingua franca: Engels

Slide 4 - Slide

Geloven in India
Grootste godsdienst: hindoeïsme
Kenmerken:
- meerdere goden
- wedergeboorte
- kastenstelsel = indeling samenleving in sociale groepen (kasten). -> Bepaalt beroep, echtgenoot, leefregels. -> gevolg: grote sociale ongelijkheid

 • 1931: kastenstelsel officieel afgeschaft. -> maar bestaat in de praktijk nog steeds

Slide 5 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
1. Leerdoelen
2. Uitleg deel 1
3. Vragen uitleg deel 1
4. Uitleg deel 2
5. Vragen uitleg deel 2
6. Verwerking
7. Afsluiting

Slide 6 - Slide

Wat is de grootste godsdienst in India?
A
Christendom
B
Hindoeïsme
C
Boeddhisme
D
Islam

Slide 7 - Quiz

Sleep de uitspraken naar goed(3) of fout(3). 
In India wonen veel moslims
In India worden honderden verschillende talen gesproken.
30% van de inwoners van India is hindoe.
Urdu en Hindi zijn de twee officiële talen in India.
Niet alle Indiërs spreken Hindi.
Rundvlees wordt in India veel gegeten.

Slide 8 - Drag question

Hoe komt het dat veel Indiërs de Engelse taal goed spreken?

Slide 9 - Open question

Grote bevolking
Grote bevolking
India is het land met hoogste inwoneraantal
- Hoge groene druk: de verhouding tussen de groep 0 - 20 jarigen en de groep 20 - 65 jarigen. x

- Sinds 1960 bevolking x3. Aantal kinderen per vrouw nu minder (2,2).
- Hoger vruchtbaarheidscijfer dan in Nederland, omdat:
   -> Indiase vrouwen jonger trouwen
   -> de toegang tot anticonceptie minder goed is
   -> kinderen meehelpen bij het gezinsinkomen
   -> kinderen kunnen zorgen voor ouderen

Slide 10 - Slide

Gambia: piramidevorm
- hoog geboortecijfer
 - snelgroeiende bevolking
 - ontwikkelingslanden: weinig family planning

Duitsland: urn
- dalend geboortecijfer
- dalende bevolkingsgroei of bevolkingsafname
- rijke ontwikkelde landen
Indonesië: granaat
- lage geboortecijfers
- langzame bevolkingsgroei
- meer ontwikkeld land

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Politiek systeem = manier waarop een staat wordt bestuurd
2 hoofdvormen:
Centraal geregeerde staat: 
- alles wordt vanuit één plek geregeld, vaak de hoofdstad
- overal gelden dezelfde wetten en regels -> vb: Frankrijk
Bondsstaat / federatie: 
- 1 centrale regering en per deelstaat een eigen regering
 - deelstaten hebben een eigen hoofdstad met eigen ministeries
- mogelijk verschillende wetten en regels -> vb: VS

Slide 13 - Slide

Waardoor is er in India grote ongelijkheid?
A
Door de economie
B
Omdat het land een laag ontwikkelingspeil heeft
C
Door het kastenstelsel
D
Door het Hindoeïsme

Slide 14 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft India?
A
1,2 miljard
B
1,3 miljard
C
1,4 miljard
D
1,6 miljard

Slide 15 - Quiz

Bij welk land past deze bevolkingsdiagram het beste?
A
Gambia
B
Nigeria
C
Duitsland
D
India

Slide 16 - Quiz

Leg uit wat groene druk is en wat de invloed daarvan is op de demografische druk.

Slide 17 - Open question

Korte instructie + verwerken
Wat moet je doen? opdr 1 t/m 4 en 6 t/m 9

                Hoelang? Zie timer

                 Met wie? Zie stoplicht

Klaar? woordweb maken van 5.1


timer
0:00
Rood = Stil, geen vragen

Oranje = Stil, vragen aan docent

Groen = Samenwerken, vragen aan docent

Slide 18 - Slide


Ik beheers de leerdoelen
Ja
Grotendeels
Een beetje
Nee

Slide 19 - Poll

Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Wat zou je je eigen inzet deze les geven?
0100

Slide 21 - Poll